Uit het clubleven (74)
In deze rubriek staan spellen, anekdotes en verhalen uit het clubleven. Hebt u ook een interessant, grappig of spannend verhaal? Stuur het naar impredactie@gmail.com.
Vraag vooraf
Het is butler, en je bent kwetsbaar. Een kwetsbare manche wil je niet missen! Daarom zit je nu als zuid in 4 . Je wordt niet vrolijk van wat je ziet als west met 2 (1e 3e 5e) is uitgekomen:
Z/Allen
A 8 7
H 10 6 4
A B 5
V 9 2
V 10 6 3 2
B
9 8 3
A H 7 3
Minstens 1 verliezer in , 1 in mogelijk 2 in en in de hand zitten we dan nog met 4e . Laten we hopen dat de uitstaande 3 – 3 zitten. Je legt een kleine op tafel voor de A in oost. Dat valt niet tegen. Oost komt met H, bij west de 2 en je duikt. Je 2e verliezende ruiten kan nu weg op H. Oost overweegt een en ander en komt met 4. Wat nu? Het is niet uitgesloten dat oost openingskracht heeft; zuid heeft een Muiderberg geopend en noord heeft met 3 geïnviteerd voor de manche. Dan kom je zelfs met 12 punten niet in de bieding. Dus zou oost best H kunnen hebben. Je legt toch de 10, west dekt met de H en die slag neem je met de A. Dan 7 door, oost de 5. Nu mis je nog B 9 in troef. Kan west een singleton gehad hebben in troef? Zeker. Dus leg je in de hand een kleine en west produceert de 9. West speelt door, die neem je met de A en je gooit je 3e in je hand af op H.
Het ligt nu zo:
Z/Allen
8
10 6
B
V 9 2
V 6 3
–
–
A H 7 3
Je bent 3 slagen kwijt, de laatste troef gaat onder jouw V vallen. Blijven de over. Hoe pak je die aan?
Ik hoor de klepel. Maar waar is de klok ook al weer..?
Houdt u de literatuur een beetje bij? Ik ook. Sommige figuren moet je een keer gezien hebben en dan vergeet je ze nooit meer. Helaas komt ook voor dat ze niet te binnen schieten als je ze nodig hebt. Daar had ik op 18 oktober last van. Het ging als volgt: butleravond bij Josephine. Het motto is: manche ruiken is manche bieden!
Op spel 7 (Zuid/Allen) zit ik zuid en ik krijg dit:
V 10 6 3 2 B 9 8 3 A H 7 3.
Niet moeilijk: ik open 2 Muiderberg. West past en Geurt inviteert met 3. Daar hoef ik niet lang over de denken, we gaan 4 spelen.
West komt uit met 2 en Geurt legt zijn hand op tafel.
Z/Allen
A 8 7
H 10 6 4
A B 5
V 9 2
V 10 6 3 2
B
9 8 3
A H 7 3
Magere dummy! 14 punten en een vlakke verdeling: Geurt ruikt de manches kennelijk al van veraf. Maar dat is voor de nabespreking. Je weet nooit hoe het nog goed komt. Op tafel een kleintje voor de A in oost. Nu kan er een verliezer weg op de H, dat is mooi. Oost komt na met H, ik duik een keer. Dan komt oost met 4. Ik mag maar 1 troef verliezen: hoe ga ik dat doen? Oost kan nog best de H hebben, het biedverloop in aanmerking nemend. Ik leg toch maar de 10, via de H van west naar de A. Nu 7 van tafel, oost de 5 en ik leg een kleintje: ik heb dan een verdediging tegen een 4 kaart troef bij oost. Maar west legt de 9. Ik ben nu 3 slagen kwijt. West komt met na voor de A op tafel, bij oost een kleintje. Nu H en in mijn hand de 3e weg. Het ligt nu zo:
Z/Allen
8
10 6
B
V 9 2
V 10 6
–
–
A H 7 3
Kijk eens aan: ik ben 3 slagen kwijt en ik mis nog B. Als de 3 – 3 zitten ga ik mijn contract maken. Maar ik heb zo’n figuur eerder gezien: er was iets met het duiken van een winnende klaveren. Je speelt A en V en dan een kleintje naar de H. Als oost troeft kun je een kleine leggen. Maar dat werkt alleen als ik nog een slag mag verliezen en de tegenstander de hoogst overgebleven troef heeft. Daar is nu niet het geval. Andere figuur uit de literatuur: de 3e zit bij de vierkaart . Dan kan ik de 4e op tafel troeven, met een introever naar de hand gaan en met V de boer halen. Maar alles goed en wel: dikke kans dat de speler met de doubleton de laatste heeft. Dus trek ik de laatste troef bij oost, die helaas toch ook een vierkaart heeft. 1 down. Het spel zat zo:
Z/Allen
W
N
O
Z
H 9
V 9 8 7 2
7 6 4 2
B 8
A 8 7
H 10 6 4
A B 5
V 9 2
B 5 4
A 5 3
H V 10
10 6 5 4
V 10 6 3 2
B
9 8 3
A H 7 3
Oost: “Je had het contract kunnen maken, omdat ik de laatste troef heb en de 4 krt ”. Ik: “Dat weet ik, maar de kans dat de 3e bij de korte zit is toch veel groter.” Oost: “Jawel, maar het gaat hier om een extra kans. Als de speler met de korte troeft ga je ook 1 down, want je houdt de troef op tafel over om de laatste te troeven.” Ik: “Wablief?” Oost: “Je gaat nooit meer dan 1 down. Je maakt het contract als de 3 – 3 zitten en – extra kans – met de 3e bij de vierkaart . Een extra kans is niet hetzelfde als een garantie!” Ik: “Nog een keer?”. En toen viel het kwartje! Maar ik heb de figuur eerder gezien, zeker weten!
Als je de laatste troef trekt en je troeven uitspeelt gaat dit automatisch goed. Links moet HV vasthouden en recht RV. Blijven er voor beiden maar drie klaveren over, dus je hand wordt hoog.
Nou valt een ander kwartje. Dank voor je opmerking Huub