Peinzen loont
Met het stijgen der jaren en kilo’s is het vermogen tot nadenken toegenomen. Waar ik vroeger in hooguit een minuut een spelletje afraffelde, doe ik er tegenwoordig wat langer over. Niet alleen leidt dat tot betere inzichten, ook de resultaten bij het afspel worden (ietsje) beter. Ik zal nooit een denkhoofd worden, maar even de tijd nemen is niet verkeerd.
We zijn op de club en mazzelen een slem. Er is Aas-Heer weg van een kleur, waar gehakt worden, vallen spaanders, maar 3SA is ook down. Als ze de start niet vinden, scoort het slem beter.
Ergens halverwege treffen we Veri Kiljan en Danny Molenaar. Ze hebben al een lange dag achter de rug en kijken met een half oog naar de uitgang. Op het volgende spel moest ik wel nadenken:
O/NZ
W
N
O
Z
V 8 7
6
H 8 7
A B 10 5 3 2
9 5 4 3
3
B 9 5 4 3
H 6 4
B
H V B 10 8 7 2
V 10
V 9 7
A H 10 6 2
A 9 5 4
A 6 2
8
Danny opent de oosthand met 4 en ik haal mijn schouders op en bied 4. Na elk hartenbod van oost tot en met vier, volg je op hetzelfde niveau in schoppen. 4 Is dan wel hoog, maar ook iets van de kaas niet van je brood laten eten.
Mijn maat begint met vier troeven en een singleton harten neer te leggen en mijn bloeddruk daalt weer naar acceptabele waarden. Aan de ruiten heb ik waarschijnlijk weinig, maar H is fijn.
Ik neem de hartenstart en begin met een klaveren. Veri denkt niet lang en stapt op met het aas en gaat in de denktank. Ik denk mee en realiseer me dat tien slagen nog ver weg zijn.
In slag drie speelt west een kleine ruiten en ik verwerp de mogelijkheid dat hij stuk heeft en speel klein. Als oost de tien speelt, twijfel ik even, maar neem met het aas.
Hoewel oost B speelde in slag een verwacht ik niet dat 10 bij west zit. Nu hij met 6 is gestart zou dat duiden op een driekaart en met vijf hartens zou oost zeker geen 4 openen.
Ik denk nog even verder en constateer dat met de troeven rond er tien makkelijke slagen zijn. Ik troef twee verliezende harten in de dummy en parkeer een verliezer op de hoge H. Maar de kans op de troeven rond is klein, vind ik.
Eerst maar een rondje troef met A en als oost de boer bijspeelt, ga ik uit van een 3-1 zitsel. Zou ik dan een tweede hoge troef spelen, dan kom ik slagen te kort. Het alternatief is meteen harten spelen.
Ook dat lijkt futiel, maar er is een kleine kans. Het kostte een paar minuten voor ik harten speel, en Veri kijkt verrast. Hij neemt de denkpose over. Na een tijdje ziet hij het ook.
Als west troeft met 8, troef ik over en is de rest eenvoudig. Troeft hij met V dan gooi ik een ruiten. Ruiten na is (gelukkig) voor de vrouw van oost en de kleur blokt. Op het hartenvervolg kan ik troeven in de dummy en op H de laatste ruiten dumpen. Er zijn nog genoeg troeven voor de hartenverliezers.
Gooit west een klaveren op het hartennaspel, dan troef ik in noord en parkeer een ruiten op H en ben ook thuis.
Er zijn nog drie leiders die tien slagen maken. Of het spel daar ook zo lang duurde, weet ik niet.
Zoals je weet spaar ik landkaarten uit de 19e en 20ste eeuw en spellen waar beide partijen een manche kunnen maken. Uit die laatste verzameling het volgende spel:
W/Allen
W
N
O
Z
A 3
A 10
9 5 4
A H V B 10 2
B 9 8 6
H V 6 5 2
7 3 2
5
–
B 9 4 3
H B 10 6
9 7 6 4 3
H V 10 7 5 4 2
8 7
A V 8
8
Bob Drijver opent de westhand met 2SA. Ja ik weet het: die jongelui hebben goed rekenen niet meer geleerd op school. Matthieu Verhoeven informeert met 3 naar de hoge kleuren en zuid zwijgt. Bob ontkent een drie of vierkaart hoog met 3SA en met tegenzin past oost.
Dat doet zuid ook weer en als noord met H begint, kan de leider met A en harten na de negende slag vastleggen. Noord kan wel nemen en schoppen spelen, maar ze is te laat. West wint met het aas, steekt over naar 9 en heeft er precies negen.
Dat is mooi voor OW en niet zo fraai voor de tegenstanders. Hoewel een 2SA opening schrik aanjaagt, kun je geen buil vallen aan 3 met zuid na 3. Hier is het essentieel om partner op de juiste uitkomstkleur te wijzen.
Aan onze tafel zit een senior west, hij kan wel tellen en opent 1. Steenbakkers volgt 1 en ik bied na de pas van oost 2. Dat laatste bod toont er zes en is forcing.
West biedt 2SA en noord jumpt naar 4. Oost past vlot, maar west heeft wat langer nodig, maar past uiteindelijk ook. Zo zit ik voor de tweede keer met minder punten dan de tegenpartij in 4.
Na A switcht west naar ruiten en ik neem de heer van oost en speel harten. West springt erin en gaat door met ruiten. Ik neem de tien van oost met de vrouw en er zijn twee kansen. De harten kunnen 3-3 zitten, zodat mijn laatst ruiten weg kan, of degene met de dubbelton harten heeft A sec.
Zoals je ziet hebben we geen geluk. West troeft de V met 3 en ik verlies troefaas nog voor eentje down.
Guy en Thibo maken 4 wel. Zij spelen tegen vriendelijkere tegenstanders, zodat het spel in de doos kan van de twee manchen.
Naschrift redactie:
Peter schrijft een wekelijkse column op zijn eigen bridge-website www.drienbridge.nl. Neem daar vooral eens een kijkje. Er staat ook een link naar de site op onze Externe links pagina.