Uit het clubleven (92)
In deze rubriek staan spellen, anekdotes en verhalen uit het clubleven. Hebt u ook een interessant, grappig of spannend verhaal? Stuur het naar impredactie@gmail.com.
Slem in een minor
Het druilt van de regen en de bridgers ploeteren voort. Spel na spel. Nog iets leuks gezien? Nou nee, eigenlijk niet. Of het zou dit spel moeten zijn waarin Chrétienne en ik klein slem in bieden en maken. Een klein slem in een minor wordt niet zo vaak geboden. Belangrijkste oorzaak: op onderzoek naar slem moet je langs 3 SA. Dat is een veilige haven in veel biedverlopen. Stel je voor dat 6 er niet inzit, dan staat 5 of in een parenwedstrijd meestal garant voor een beroerde score. Leiders in 3 SA maken vaak één of meer overslagen. Mijn partner Geurt hanteert de stelregel dat je – hoe groot je twijfel ook is – altijd 6 of 6 moet bieden, want met de manche kom je niet ver. Toevoeging: deze regel geldt alleen in een parenwedstrijd. En aan de bovenkant van het bieden heb je dan nog de bridgers die menen dat je 6 in een minor altijd moet corrigeren naar 6 SA, want dat betaalt beter. Resultaat: kleine slems in een minor zijn de stiefkinderen van het bridge.
Dit gezegd hebbende: we proudly present het volgende biedverloop. Ik zit noord, Chrétienne zuid bij Zuid/ OW op 4 maart jongstleden.
West
N.N
Noord
Rinus
Oost
N.N
Zuid
Chrétienne
Mooi, nietwaar? 2 maakt het bieden mancheforcing. Het belooft daarnaast echte of een fit in of allebei. 2 toont een minimale hand en zegt niets over de . Deze conventie hebben we overgenomen uit IMP 25 en we zijn er enthousiast over. 3 belooft echte en ontkent een fit in . En daarnaast belooft het een sterke hand: met een minimum had ik 3 SA geboden. Chrétienne heeft nu weet van mijn overwaarde, biedt 4 en stelt daarmee de troefkleur vast. Dan volgen controlebiedingen en belooft Chrétienne nog 2 van de 5 tophonneurs zonder troef vrouw.
U wil graag de bijbehorende handen zien? Dat kan:
Z/OW
6 5
A H 4
H V 5
A V 10 7 3
A H 9 8 4
B 7 6
B 2
H B 4
Oost komt uit met A en vervolgt met een kleine voor mijn H. Er zit nog wel een adder onder het gras bij het afspel. Ik moet 4 ergens op kwijt. Wordt het een aftroever in de dummy nadat ik daar een heb weggedaan op V? Of raak ik hem kwijt op de vrije door 2 maal in de hand hoog te troeven en op tafel te eindigen met troef trekken? Beide speelwijzen zijn kansrijk, ik kan niet uitrekenen welke de beste is. Ik zet mijn geld op een vrije en speel dus een kleine naar de dummy. Oost legt de V. De dju! Zouden de 5 – 1 zitten? Ik besluit oost te geloven en schakel over op het alternatief. Schoppen genomen met de H, naar A en H, een op tafel weg op V en dan de laatste op tafel getroefd. OW werken mee aan dit proces: ik troef de 3e hoog op tafel en dat is nodig. West heeft er maar 2. Nu de troeven getrokken en de laatste naar de tafel: oost blijkt echt een singleton te hebben.
Het hele spel lag zo:
Z/OW
W
N
O
Z
B 10 7 3 2
9 2
10 7 4 3
6 5
6 5
A H 4
H V 5
A V 10 7 3
V
V 10 8 5 3
A 9 8 6
9 8 2
A H 9 8 4
B 7 6
B 2
H B 4
6 gemaakt is goed voor 70 %. Hoe kan dat? Nou: er zit 1 paar in 6 SA. De leider maakt het na een start met A. Dat kan helemaal niet, maar het gebeurt wel. 2 leiders zitten in de manche in SA en maken 11 slagen. En 3 paren eindigen in 6, één ervan gaat down. Nu nog de gewetensvraag: had ik ook 6 geboden als Chrétienne 1 tophonneur had aangegeven? Mmmmmhhhh……..ik hou het voor me. Maar 6 -1 had 10% opgeleverd, 5 contract 20%. Geurt heeft het bij het rechte eind: veel verschil is er niet.