Uit het clubleven (105)
In deze rubriek staan spellen, anekdotes en verhalen uit het clubleven. Hebt u ook een interessant, grappig of spannend verhaal? Stuur het naar impredactie@gmail.com.
Amateurs en liefhebbers
Het Denksportcentrum was vanwege omstandigheden en vakantie zes weken dicht. Ik zoek mijn heil elders en beland daarbij in twee uitersten: bij HOK in Amsterdam, waar de kampioenen spelen en op de zomerdrives in de buurt. Ik ben een amateur, maar ik wil hierbij een onderscheid maken met de liefhebber. Op de zomerdrives ontmoet je veel liefhebbers. Waaraan herken je een liefhebber? Die komt uit met een aas. Als hij/zij dat niet doet, heeft hij/zij geen aas. Nog een kenmerk van de liefhebber: als partner een volgbod heeft gedaan zijn er altijd nog drie andere kleuren waarmee je kunt starten. En die komen ook zeer in aanmerking. Je kunt bijvoorbeeld met een kleintje starten om een plaatje aan te geven. Bij een van deze gelegenheden – 100% voor ons – had ik de neiging om de schuldige als volgt toe te spreken: “Ik ben vredelievend van aard, maar als mijn partner niet in mijn kleur zou starten, terwijl hij die wel heeft, sleep ik hem eerst naar de bar om mijn rekening te betalen en daarna gooi ik hem in het Spaarne”. Maar dat heb ik natuurlijk niet gedaan. Je bent vreedzaam of niet. In plaats daarvan vroeg ik na vier spellen: “Doe ik u een plezier met een tip?” De tegenstander had al lang in de smiezen dat hij het op had genomen tegen een echte amateur en reageerde positief. Toen heb ik geadviseerd om altijd uit te komen in de kleur van partner. Hij was er blij mee.
Maar aan alles komt een eind: het Denksportcentrum ging weer open en daar speelden Geurt en ik op 25 juli een zomerbridge met behoorlijke tegenstand. Onze score na afloop hield niet over. Maar we waren wel de enigen in een aardig slem.
Ik zit zuid op spel 24 (West/ niemand) en dit raap ik op:
V 2 V 10 4 2 8 A B 9 8 7 5
Het biedverloop gaat als volgt:
West
N.N.
Noord
Geurt
Oost
N.N.
Zuid
Rinus
Toelichting: 4 is een splinter. Geurt en ik spelen dit als lichte sleminvite. Ik beoordeel mijn hand niet als gunstig: ik heb een singleton in zijn openingskleur, hij één in mijn 6-kaart, V is evenmin rijk bezit. Daarom bied ik 4. 4 belooft dan een zware sleminvite, 5 4 tophonneurs, en dan is het niet moeilijk meer.
West komt uit met V en daar is de dummy:
W/-
A H 8
A H 7 6
A 7 6 5 3
4
V 2
V 10 4 2
8
A B 9 8 7 5
Een speelplan: ik heb 5 zekere slagen in de zijkleuren. 3 introevers om aan 12 slagen te komen is veel gevraagd. West moet dan 4 hebben of niet in bezit zijn van B. Gelet op de uitkomst is de ruitenlengte niet onwaarschijnlijk. Een alternatief is 2 introeven op tafel om een slag in deze kleur te ontwikkelen, kansrijk als de kleur niet slechter verdeeld zit dan 4 – 2. Ik kies voor de tweede optie: de uitkomst neem ik op tafel, kleine naar het aas en kleine naar de tafel. West troeft die met de 8!
Opmerkelijk! Maar ook goed nieuws: met één troef van mezelf kan ik één troef van de tegenstanders ophalen, waarschijnlijk van zijn lengte. Ik troef over, naar de V en nog eens proberen: kleine naar tafel. En ja hoor; west troeft met de B, ik troef over met de A. Nu wil ik wel verder in een volledige cross-ruff. AH opgehaald: beide opps bekennen en ik doe een weg. Nu getroefd in de hand (oost de H), nog een naar de tafel, west troeft niet. 6 in de dummy. Weer een kleine naar mijn hand en nu troeft Oost met de 3. Die kan ik aan met de 4. En zo haal ik heen en weer troevend alle slagen: 6+1.
Het hele spel zat zo:
W/-
W
N
O
Z
10 7 5 3
B 8 5
V B 10 9 2p>
10
A H 8
A H 7 6
A 7 6 5 3
4
B 9 6 4
9 3
H 4
H V 6 3 2
V 2
V 10 4 2
8
A B 9 8 7 5
2 andere leiders halen 4+2, 1 scoort 4C. De tegenstanders (amateurs – geen liefhebbers!) constateren dat ik alle troeven apart maak. Dat hoeft natuurlijk niet. West moet niet voortroeven, dat levert OW uiteindelijk nog B op. Want twaalf slagen maak ik altijd.