Kaarten in de TGV
Nu de scholen weer beginnen is het tijd voor de oudjes de tassen te pakken en de boel de boel te laten om op vakantie te gaan. We nemen de snelle trein naar Zuid-Frankrijk om ons te laven aan cultuur, natuur en smakelijk eten. Met 300 kilometer per uur tref ik een stel Fransen die ook van bridge houden. Mijn belofte om twee weken geen kaart ter hand te nemen verbreek ik zonder gêne.
Cinq cartes majeur en een faible twee spreek ik af met mijn partner en we delen. Het niveau is verrassend goed en het wordt een leuke partij. Op de volgende twee spellen heb ik (weer) over geluk niet te klagen:
Z/-
W
N
O
Z
A V 5 4
H B 10 9 8 2
9 7
10
10 8 7 6 3
V 3
H 10 4 3
9 5
H 9
7 5 4
8 6 5 2
7 6 4 2
B 2
A 6
A V B
A H V B 8 3
Ik begin met 2 trèfle en west komt erin met 2. Partner past, maar geeft na mijn 2SA een transfer naar schoppen en geeft me de keus tussen 3SA en 4 met zijn derde bod. Die keus is simpel, ik pas.
Het pas-op-en-geef-geen-slag-weg-virus is ook in Frankrijk opgedoken, want west begint met 9. Ik neem in de hand en zie dat het contract geen problemen oplevert. Met elf slagen van top is de uitdaging een twaalfde slag te versieren. Dat lukt als ik west kan ingooien, zodat hij harten moet spelen.
Ik cash vier ruitens en gooi 2 af. Oost bekent steeds en west doet afstand van twee hartens. Na de ruitenkleur volgen zes klaveren. Oost loopt vier keer mee en gooit twee hartens.
West bekent maar een keer en gooit twee hartens, V, een kleine schoppen, en na een flinke denkpauze ook A. Hij zag de ingooi al aankomen en nam adequate maatregelen. Ik heb B en twee hartens in de hand en moet beslissen wat ik wegdoe in noord. Daar liggen nog twee schoppens en V-klein.
Heeft west H over en nog twee hartens, of is het een kleine schoppen? In het eerste geval gooi ik een schoppen uit de dummy en speel schoppen voor de ingooi. Maar met AHV van schoppen zie ik west niet met ruiten beginnen. Oost moet haast wel H hebben.
Ik gooi daarom een harten weg uit de dummy, cash A en speel B. Het is niet west die wordt ingegooid, maar oost. In slag dertien maak ik 10 als twaalfde slag en de derde overslag. Mon dieu…
De dieu is nog steeds met ons als we naar het zuiden racen:
N/NZ
W
N
O
Z
9 8 4
B 7 6 4 3
V 4
V 8 7
A 6 3 2
9 2
9 5 3 2
H B 6
V 7 5
H V 10 8 5
H 10 6
4 3
H B 10
A
A B 8 7
A 10 9 5 2
Na twee passen bied ik 1 en partner noemt zijn schoppenkleur. Oost komt erin met 2 en na mijn contre kijk ik vragend naar de overkant. Noord stelt me gerust: “oui, oui, trois pique”. West verhoogt vervolgens naar 3 en twee passen volgen.
Nu de eerste dubbel goed ging, denk ik dat we een tweede dubbel ook wel overleven en dat blijkt. Mijn maat kijkt geleerd en biedt 4. Dat is een slim bod. Hij interpreteert mijn doublet als overwaarde en laat me met 4 de keus. Ik verwacht wat nuttige vulling, maar geen vijfkaart schoppen.
Met een 4-3-4-2 moeten we in ruiten spelen. Ik verwacht half om half dat zijn ruiten langer zijn dan de klaveren en met plaatjes in schoppen, ruiten en klaveren is het zo slem.
Ik jump naar 6. Na de hartenstart valt de dummy mee en tegen. Ik neem met het aas en speel klaveren naar de boer. Dat lukt. Een ruiten naar de 8 is voor de vrouw en een tweede harten troef ik met 7. Klaveren naar de heer gaat evenmin fout en een tweede troef naar de boer is ook succesvol.
Onder A valt de heer en ik ben er. Er zijn nog drie hoge klaveren waar de twee verliezende schoppen op weg kunnen en het lucky 6 contract is gemaakt.
Naschrift redactie:
Peter schrijft een wekelijkse column op zijn eigen bridge-website www.drienbridge.nl. Neem daar vooral eens een kijkje. Er staat ook een link naar de site op onze Externe links pagina.