Oefenen voor de World Bridge Games

Ter voorbereiding op de World Bridge Games later in de maand kwam het vrouwenteam bij elkaar om een goede teamgeest te smeden. Dat doen we elk jaar en plaats van de handeling is een rustieke plek in de Achterhoek.  Een potje kaarten, een bespreking en dan de coach overhoopschieten.

Dat laatste was gelukkig alleen pijnlijk voor mijn ego. Het kaarten vond plaats op de clubavond van ’t Onstein. Met de vorm van de vrouwen zit het wel goed. Na Joris en Berend die de avond wonnen, werden de plaatsen twee en drie bezet door de vrouwen.

Zelf speelde ik met de edelachtbare en dat liep stroef. Te voorzichtig als er doorgepakt moest worden en te voortvarend als enige bedachtzaamheid aan de orde moest zijn. Wel had ik hem een keer te pakken (dacht ik):

Na twee passen zit ik te peinzen wat te doen. Zal ik psychen? Een zwakke twee in schoppen dringt zich op. Nadeel is dat partner vaak steunt en met de puntige honneurs heb ik best wat defence als zij spelen.

Maar om nou te passen is ook wat slap, zodat een alledaagse Multi op tafel valt. NZ hebben er geen last van. Na 2 bij zuid verhoogt noord naar de manche en wij blijven verder stil.

Partner begint met 5. We spelen 2^e-4^e. Om te ontdekken of zuid de secce heer heeft, of H-10 speel ik een kleine harten bij nadat zuid duikt in de dummy. De leider wint de slag met 10 zodat ik weet dat partner een singleton heeft.

De leider neemt even de tijd en dat geeft me ook de gelegenheid het spel te analyseren. Ik zal aan slag komen met troefaas en partner een ruff kunnen geven.

Zuid speelt klaveren naar de heer en een schoppen richting zijn hand. Ik win de slag met A en het gezag bekent met de 10. Harten na is niks. Partner is misschien ingegooid na de ruff en zuid heeft twee hartens vrij voor de verliezende ruiten. Met A kan west slechts het aas cashen en de leider laten claimen. Met H in plaats van het aas is de koek meteen op.

Als ik ruiten speel en de leider heeft H dan kunnen we er direct twee meenemen. En dan pas de hartenaftroever geven. Dit had ik bekeken in de tijd dat zuid nadacht over zijn speelplan en kon dus na A meteen V spelen.

Voor ik ruiten speel, wacht ik nog even. Het is in de hoop dat de overkant een beetje nerveus wordt. Hij zal toch wel begrijpen dat ik een harten heb? Maar niks van dat alles. Volkomen op zijn gemak wacht de edelachtbare op het vervolg.

Nadat ik ruiten speel en weer met ruiten aan de bak kom, volgt de hartenruff en is zuid een down. Zie ik toch een kleine opluchting aan de overkant?

Het tweede spel:

Joris van Lankveld opent de westhand na passen van oost en zuid met 1. Alle evenwichtige handen gaan via 1, de 1 opening belooft een onevenwichtig spel.

Met de noordhand kan ik meteen beide hoge kleuren in beeld brengen. Was dat vroeger met 2, tegenwoordig is dat bod natuurlijk om mee te kunnen bieden na zo’n nietszeggende opening. De vervanger is 2.

Met een ruitenkleur bied je dan maar 1 of met een zeskaart desnoods 3 als je durft. Na 2 piept en kreunt de overkant en kan er net 2 af.  Kwets tegen niet belooft het volgbod een goede kaart, maar een zetje valt te billijken. Dat is niet zonder gevaar, want met 2-2 hoog en ergens een boer biedt de maat ook 2.

Goed, 3 dus en weinig gekreun of gepiep deze keer: de edelachtbare zwijgt.

Joris trapt af met A en speelt in de volgende slag ruiten door. Troeftrekken denkt zuid en na A en V zijn die eruit. West is weer ingegooid en Joris probeert A en V.

Zuid gooit een schoppen en incasseert ook de hoge B. Er verdwijnt nog een schoppen uit de dummy. In het licht van de avond valt de volgende kaart goed te begrijpen. De leider casht ook 8 en gooit een derde schoppen uit de dummy. Helaas heeft oost nog de 9 en is 3 net gemaakt.

Op het scorebord verschijnt regelmatig +620. Verschillende leider hebben 4 niet alleen geboden, maar ook gemaakt. Na een kleine schoppen zeggen Jan en Jaap dank je wel en rapen twaalf slagen op via een snit op troefheer.

Maar na A en ruiten voor de heer is het nog even werken. Je kunt gezien de start aannemen dat west troefheer heeft. Kom je in de hand dan is 10 en snijden goed voor tien slagen.

Een idee is klaveren naar de boer te spelen in slag drie. Zit V in de knip dan is west ingegooid. Nu neemt west de boer met de vrouw en speelt ook A. Je troeft in de dummy en speelt A en V. West mag de slag hebben en brengt je aan slag met H.

Je moet nu beseffen dat west sterker is dan een 15-17 sans, met A-V, A -V en H in een evenwichtige hand is 1SA de goede opening. Door met 1 te beginnen weet je dat west sterker is en dus ook V moet hebben.

Je legt B op tafel en na V neem je in noord. Vervolgens een kleine harten naar de tien en een tweede schoppen. Met twee hartens is de kans op een driekaart schoppen in west groot en dan ook de kans dat 10 erbij zit. Een tweede schoppen naar de 9 lukt en je hebt er tien.

Met een nuttige B, vier troeven en flink wat vulling (ahum) in de minors had 4 er wel af gekund?

Naschrift redactie:

Peter schrijft een wekelijkse column op zijn eigen bridge-website www.drienbridge.nl. Neem daar vooral eens een kijkje. Er staat ook een link naar de site op onze Externe links pagina.