Brogeland neemt de tijd

Maandelijks ontvang ik het IBPA-bulletin. Bridgejournalisten uit de hele wereld publiceren hier stukjes over recente kampioenschappen Veel spellen heb ik dan al gezien, maar het blijft onderhoudend de inzichten van anderen te lezen. Met het nieuwe seizoen voor de deur kijk ik een laatste keer terug naar het EK van afgelopen zomer.

Het gaat om een lastige 3SA die niet veel leiders thuisbrachten. Ik beschreef het spel vanuit Nederlands oogpunt en zowel de start aan de ene tafel als het afspel aan de andere was niet succesvol.

David Stern schrijft hoe Brogeland het contract aanpakte:

Zuid speelt 3SA nadat west na de 1 opening met 1 volgde en noord een verhoging in ruiten vertelde. West begon met een kleine schoppen. Zuid nam de tien van west met de heer en gooide een klaveren in noord.

Het afgooien van een klaveren is verrassend. Bauke Muller en Sjoert Brink speelden ook 3SA en lieten een harten gaan uit de dummy in slag een. Zij gingen verder met A en ruiten en kwamen niet in de buurt van negen slagen.

Brogeland meende dat vier slagen uit de klaverenkleur wel voldoende zouden zijn en ging in slag twee verder met 9. Oost nam de vrouw met de heer en speelde schoppen door. West won de derde slag met de boer en ging door met A en schoppen. Uit de dummy verdwenen drie hartens.

De verdeling van west wordt een beetje duidelijk. Met een vierkaart schoppen en ten minste vijf hartens is er maar plaats voor vier kaarten in de minors. Als dat 3 klaveren en 1 ruiten zijn is het eenvoudig. Je speelt A, neemt de vrouw over met de heer en casht nog twee slagen. Daarna volgt de ruitensnit en je hebt slagen over.

Brogeland besefte dat met een 5422 het spel ook te maken is. Hij incasseerde A en stak over met V naar de heer. Hij liet B liggen en ging door met 10 en sneed.

De leider deblokkeerde 8 en ging verder met ruiten naar het aas en stak met 6 over naar de 7 in de dummy. Oost moet nu een kaart weggooien. Is dat V dan speelt de leider B en als west neemt, moet hij de in de hartenvork spelen. Duikt west dan casht zuid B voor zijn negende slag.

Gooit oost een schoppen dan speelt zuid B en duikt de vrouw van oost. West kan wel overnemen, maar moet dan weer in de vork spelen. Nadat oost met V aan de beurt komt, mag hij in de klaverenvork spelen, omdat west eerder 9-8 bijspeelde.

In de praktijk gooide oost een schoppen en volgde B. Mooi gedaan van de Noor.

Uit hetzelfde bulletin een spel uit Toronto van de Summer Nationals:

Je mag janken aan de bar als je in 6 geen klaveren naar de 8 hebt gespeeld en down bent gegaan omdat de troeven 4-0 zaten. Hurd (noord) en Bathurst bieden tot 7, maar zuid biedt nog 7SA. Een wijze beslissing.

Na ruiten uit deblokkeert de leider twee hoge ruiten en steekt over naar A. Hij casht twee hoge ruiten en gooit zelf een klaveren en een schoppen. Oost heeft een kleine schoppen afgegooid.

Hierna ging zuid verder met klaveren, via de 9 voor de aas, west deed een harten weg en cashte twee hoge schoppen. In de dummy verdwenen twee klaveren en west gooide een harten.

De verdeling is nu duidelijk. West heeft twee schoppen, nul klaveren, vier ruiten en dus zeven hartens. En oost heeft vijf schoppens, drie ruiten, vier klaveren en dus een harten.

Bathurst speelde V en nam de boer over in de dummy om ook de laatste harten te spelen. Oost had een rondje geen problemen, gooide op de tweede harten een schoppen, maar werd op de derde harten geplet. Hij moet de klaverendekking opgeven, of de hoge schoppen afgooien. In beide gevallen heeft zuid zijn dertiende slag.

Stukje beter dan 6 min 1. Bathurst won 17 imps met +1520.

Naschrift redactie:

Peter schrijft een wekelijkse column op zijn eigen bridge-website www.drienbridge.nl. Neem daar vooral eens een kijkje. Er staat ook een link naar de site op onze Externe links pagina.