Forum (IMP 5, 2021)
Verdeeld panel na hoge preëmpts
door Marion Michielsen
Probleem 1. W/Allen
West
Noord
Oost
Zuid
H 8 7 3 – V B 7 5 4 H 10 9 5
Zia: 2. Niets is echt lekker maar 1 vind ik wel erg zakkerig.
Martin Heerschop: 2. Je kunt kiezen uit een onderbod van 1 dat ruimte laat terwijl de kans dat het uitgepast wordt, niet te groot is (vandaag de dag), het waardebod van 2 (helemaal verkeerd als partner 3442 met iets over heeft) en het omschrijvende bod van 2 (niet goed als partner 4-4 hoog heeft met wat extra’s). Mijn voorkeur gaat naar 2 in de hoop later mijn vierkaart schoppen nog aan te kunnen bieden.
Het eerste probleem is er eentje op laag niveau. Een vijfkaart laag en een vierkaart hoog. Welke bieden we eerst? En op een- of tweeniveau?
Antonio Palma: 1. Als partner een sterk eenkleurenspel met harten heeft, zullen we sowieso de manche spelen. Het gaat mij dus om de handen dat partner een minimaal informatiedoublet heeft en dan hangt het er vanaf hoeveel schoppensteun en hoeveel verspilde punten in harten hij heeft. Mijn rechtertegenstander heeft dan 5+ hartens en heeft niet geboden. Hij zal dus niets hebben en de kans is groot dat mijn partner veel hartenpunten heeft. Mijn schoppenkleur is mager zonder tussenkaarten en mijn H zit op snit maar de positieve punten van mijn hand zijn de ruitenbakkleur en de tussenkaarten in klaveren. Ik ga voorlopig voor de voorzichtige 1: met een vierkaart kan dat t/m 11 punten zijn.
Rosalind Hengeveld: 1. Dat bod heeft tegenwoordig een bovengrens van een punt of 10 (en 2 belooft een vijfkaart). Als partner niet sterk is, heeft de tegenpartij een enorme hartenfit. Nadeel van 1 zou dan zijn dat opener west gratis 1 kan piepen. 2 sluit te veel de schoppen uit. Als partner sterk met lange harten is, zal het weinig uitmaken welke kleur ik antwoord.
Michael Cornell: 1. Ik denk niet dat het bieden hier afgelopen is. Ik vermoed dat partner sterk in harten is, dus mijn plan is om hierna schoppen te bieden. Als we dan op het drieniveau zitten zonder fit, leg ik in 3SA aan.
Tim Verbeek: 1. 7+ artificieel. Dat speel ik met Danny en dit zou hier fantastisch zijn. Mocht ik niet dat soort mooie afspraken hebben dan kies ik voor 2 om een invite met vierkaart aan te geven. Partner zou sterk met harten kunnen zijn maar dat hoeft helemaal niet en daarom doe ik het normale bod.
Dit klinkt inderdaad fantastisch. Maar als partner sterk met harten is, en 2 antwoordt, dan heb je nog helemaal niets over je verdeling kunnen zeggen. Dan weet ik niet of het nu zoveel beter voor je is dan ouderwets natuurlijk bieden.
Louk Verhees: 1. Ik kan de manche missen maar partner steunt meestal met een vierkaart. Als partner sterk met harten is, is het ook beter om niet met een cuebid te beginnen.
Ophir Herbst: 2. Ik denk niet dat het bieden hier afloopt, daarvoor mis ik teveel hartens. Partner kan sterk zijn met harten, dus ik geef hem de ruimte om 2 te bieden. Daarna heb ik een makkelijke 2 en laat ik alle opties open.
Jan van Cleeff: 2. Tegenover veel handen met vierkaart schoppen bij partner is het 4, vandaar dat ik (licht) inviteer. Mocht partner nog iets proberen met 3, verwacht ik dat 3 van mij nog te begrijpen is.
Wubbo de Boer: 2. Eigenlijk een schopje te weinig. Ik speel 2 als forcing tot de fit gevonden is. Ik vraag mij af hoe we dan zonder schoppenfit onder de manche kunnen stoppen na 2-2-2. Dus daarom toch maar 2. Met fit en een redelijke kaart zal partner steunen en missen we de manche niet.
Merijn Groenenboom: 2. Dit speel ik als minstens inviterend. Daar ben ik sterk genoeg voor en we kunnen onderzoeken of we schoppenfit hebben.
De problemen van deze maand zijn allemaal eerder op Bridgewinners geplaatst. Ercan Cem, een Turkse topspeler, postte daar de problemen 1, 2, 4 en 5 van deze maand.
W
N
O
Z
B 5 4
A H V 9
10 6 2
V 4 2
A V 6
10 6 3
A H 9 8 3
A B
10 9 2
B 8 7 5 4 2
–
8 7 6 3
H 8 7 3
–
V B 7 5 4
H 10 9 5
Marty Fleisher, die de zuidhand had, antwoordde 1. Zijn partner, Chip Martel, bood toen 1SA. Zuid ging verder met 3. Martel sprong naar 5 en daar bleef het bij.
Op Bridgewinners werd de vraag gesteld of noord misschien 4 zou kunnen bieden op 3, wat dan zou moeten betekenen dat hij niets in harten had, zodat zuid naar slem kon gaan. Die “afspraak” leek mij behoorlijk naar de kaart toepraten.
Niettemin is het interessant wat zuid zou moeten bieden over het informatiedoublet. Zelf bied ik toch graag mijn langste kleur eerst. Zeker met een vierkaart schoppen ernaast, zodat ik die altijd goedkoop over elk hartenbod kan melden. Ik vind zowel 1 als 2 in aanmerking komen maar denk dat ik toch liever 1 zou bieden. Voor eerst 2 en daarna schoppen bieden zou ik liever een betere ruitenkleur hebben.
1 7 (), 1 5, 2 2, 2 2, 2 4
Probleem 2. W/ ‒
West
Noord
Oost
Zuid
V 10 9 2 A 4 3 2 2 A 10 8 2
Tim Verbeek: 2. Invite met harten. Dat 2 hier een invite met harten belooft, is tegenwoordig een redelijk normale afspraak. Ik houd er niet van om mijn vierkaart harten onbenoemd te laten; je kaart is allerminst geschikt voor SA.
Alweer een nieuwtje van Tim. Op het vorige spel kwam hij met het 1-bod als positief, en nu is 2 inviterend met een vierkaart harten (of elke mancheforcing, neem ik aan?). Dat is natuurlijk ideaal op deze hand en andere handen met een invite met een vierkaart harten. Ik ben wel benieuwd naar wat partner moet doen met een hand die niet minimaal is. Is 2SA forcing? (niet zo gek want met een minimum zonder vierkaart harten zul je niet zo snel doubleren) Ontkent 2SA vier hartens? Mag noord naar 4 springen met een maximum en een vierkaart, of geeft dat juist een hand aan die te sterk was voor een 2-volgbod? (Ik ga er vanuit dat zuid ook een MF hand zonder vier hartens kan hebben). Een hoop vragen.
Maarten Schollaardt: 2. Speel ik als invite met 4 hartens of elke MF. Maat biedt met een minimum met vier hartens 3. Als je 1SA hier als truc zou spelen, zou je ‘m als een positief 2-bod kunnen verkopen. Daar ben je te sterk voor, vind ik. 2 geeft ons de beste kans om de juiste manche te onderzoeken. Had ik echt harten twee-drie-vier?
Per-Ola Cullin: 3. Een lastige hand. 2 is bij mij MF, dus de enige manier waarop ik met vier hartens kan inviteren, is naar 4 te springen. Ik heb daar liever een vijfkaart voor maar je moet wat. 2 vind ik ook een optie, niet kwetsbaar.
Berend van den Bos: 3. Invite met 4+ harten. Niet ideaal met deze hartens maar het lijkt me de beste omschrijving.
Alon Amsel: 2. Ook hier speel ik gewoon ouderwets en zou 3 gewoon inviterend zijn vanaf een vierkaart. Maar ik zit liever af en toe een niveau te hoog door mancheforcing te bieden dan in de verkeerde speelsoort te eindigen. Als ik nu 3 doe, mag ik dat misschien spelen, terwijl het 5/6 is (x Hxx Axxx HVxxx). En tenslotte:mijn hand is toch mooi met twee azen, een singleton en een mooie schoppenstop, toch?
Willem Gosschalk: 2. Nu overboden. Ik wil me nog niet vastleggen op harten. Dit biedt nog de mogelijkheid in 3SA te eindigen.
Rosalind Hengeveld: 2. Omdat we Raptor spelen (1SA-volgbod vijf+ laag en vier hoog), omvat ons doublet ook circa 15+ verdeeld. Om dat te ondervangen is een antwoord van 1SA een zwaktebod zonder een op eenhoogte biedbare kleur, en is twee in een kleur positief, hoewel niet forcing. Dat komt hier mooi uit; dan is 2 zeker genoeg. Een minimaal doublet op 1 belooft tolerantie voor harten maar garandeert geen vierkaart.
Louk Verhees: 1SA. Dat is bij mij forcing, een positieve hand met iets als 8-12 punten.
Nog meer nieuwe conventies. Rosalind Hengeveld speelt 1SA als een soort lebensohl, waar Louk Verhees juist zijn kleur biedt met een zwakke hand, en 1SA als positief speelt.
Zelf ben ik niet weg van deze varianten: het natuurlijk 1SA-antwoord (7-10 punten met een schoppenstop) komt toch best vaak voor en om dat niet meteen aan te kunnen geven (en niet in 1SA te kunnen stoppen daarmee) lijkt me een hoge prijs die je moet betalen.
Het zou interessant zijn een analyse van de vugraph-spellen op BBO te zien over dit onderwerp. Team Oranje doet denk ik best vaak dit soort analyses maar het lijkt wel alsof de rest van de bridgewereld decennia achterloopt op bijvoorbeeld schaken en poker, waar iedere clubspeler toegang heeft tot alle analyses en data.
Enfin, terug naar het probleem.
Zia: 2. Ik bied 2. Met zulke goede schoppens wil ik me niet teveel vastleggen op een hartencontract door 3 te bieden.
Antonio Palma: 1SA. Zo veel opties hier maar met mijn dubbele stop in schoppens en de slechte hartens ga ik voor een bod in SA. Omdat ik geen tussenkaarten heb in de kleuren die ik wil ontwikkelen, doe ik een voorzichtige 1SA.
Ruud von Seida: 1SA. Ook hier rustig aan. Vind zelf dat 1SA hier wat moet beloven en kan dan als het een manche is, altijd nog harten bieden… Mocht het zover komen dan zal het soms als driekaart overkomen, maar so be it.
Michael Cornell: 2. Ik vind het prima om de manche te spelen met twee azen en een singleton. Als partner geen vier hartens heeft, zou 3SA speelbaar moeten zijn aangezien hij dan geen minimum zou moeten hebben.
Simon de Wijs: 3. Lelijk want je hebt het liefst een vijfkaart. Het alternatief is 2, dat ik als manche-forcing speel. Met de lengte schoppen links wil ik toch een kans meenemen om onder de manche te stoppen en 2 bieden hier gaat me te ver.
W
N
O
Z
A H B 6 3
V 10
A 7 5
7 5 4
5
H 7 6
H V 10 9 3
H V 6 3
8 7 4
B 9 8 5
B 8 6 4
B 9
V 10 9 2
A 4 3 2
2
A 10 8 2
De dames die dit probleem voorgeschoteld kregen, boden 2, 3, 4, 1SA, 2SA, of 2. Veel verschillende keuzes dus.
4 op een vierkaart (laat staan A432) krijgt van mij niet veel punten maar alle andere biedingen vind ik goede opties. Of slechte opties want eigenlijk heb je alles precies niet. Ik zou 3 hebben geboden.
3 9 (), 2 6, 1SA 3, 2 2
Probleem 3. N/Allen
West
Noord
Oost
Zuid
H V B 10 8 6 A H 3 – 9 5 4 2
Louk Verhees: 5. Je kunt 4 bieden en een dicht (groot) slem missen. Ik bied 5, een sleminvite(+) met een eenkleurenspel. Als partner afzwaait, kun je nog steeds slem missen maar dan heb je het in ieder geval geprobeerd. En het is natuurlijk ook mogelijk om down te gaan in 5…
Rosalind Hengeveld: 5. Volgens Herman Filarski – wie kent hem nog? – waren vijf hoog en 2SA de slechtste contracten in bridge. We hebben echter te veel voor 4 en we moeten toch een keer de meest waarschijnlijke troefkleur bieden. Onze 1-opening is namelijk vaak een doubleton of driekaart, ook met langere ruiten.
Zia: 5. Te sterk voor 4, niet sterk genoeg voor 6. Ik doe een slempoging, oost zal meestal minstens 6 of 7 punten in ruiten hebben, dus mijn hand ziet er goed uit.
Merijn Groenenboom: 5. Rechts zal kwetsbaar een goede kleur hebben, dan kan het al snel slem zijn voor ons. De kans dat we down gaan in 5, lijkt me veel kleiner dan de kans dat we een dicht slem missen als ik 4 bied.
Ophir Herbst: 4. Het kan slem voor ons zijn maar het spel zit waarschijnlijk slecht, dus reden tot voorzichtigheid.
Dat het slecht zit, zal best wel. Maar hoeveel maakt ons dat uit met HVB10xx schoppen? De klaveren zitten waarschijnlijk op snit, hoewel er natuurlijk een aftroever dreigt in die kleur (als west gokt om daarmee uit te komen). Ik vind dat er meer reden is tot voorzichtigheid met HV10xxx schoppen en Vxxx klaveren.
Wubbo de Boer: 6. Als ze hoog gaan tussenbieden, wordt het vaak een beetje gokken. 4 is een underbid en wat is 5? Vraagt dat om een ruitencue of is het een algemeen limit voor slem? Wat het ook is, 6 moet spel hebben op het moment dat de tegenstanders hebben aangegeven dat ze punten in ruiten hebben.
Willem Gosschalk: 6. Dit zal wel niet de instemming van het panel hebben. Een boom in het bos dus. Als ik eerst 5 bied gevolgd door 5, zal partner ook niet precies weten welke kaarten goed of niet goed zijn. 4 krijg ik niet uit m’n strot.
Per-Ola Cullin: 4. Ik heb er wel een hele goede kaart voor, inderdaad.
Jacco Hop: 4. Tja, slem forceren lijkt mij wat overdreven en ik zie weinig alternatieven.
Jan van Cleeff: dbl. 4 corrigeer ik naar 4.
Doublet gevolgd door 4 zou bij mij een vierkaart schoppen aangeven zonder vierkaart harten. Als partner geen vierkaart schoppen heeft, kan hij dan corrigeren naar 5 (of 4SA eventueel).
Tim Verbeek: 5. Slempoging met een eenkleurenspel met ruitencontrole. Hier is dit ook de wens is de vader van de gedachte. Recent hadden we in team Oranje het biedverloop (3) X (4) waar men vond dat 5 SI schoppen is met dekking en 5 SI schoppen zondercontrole. 1SA (4) 5/5 moet dezelfde betekenis hebben en ook 1 (4) 5, aangezien we 1 en 1SA gelijktrekken.
Na 4 ligt het iets anders maar met twee kleuren zou ik verwachten dat je er ofwel 1 biedt of wel 5SA pick a slam zou doen. Al kun je in deze sitaties een case maken om 5M SI 1 M te spelen en 5 sleminvite met beide majors. Maar het is voor de openaar wél lastig te zien wanneer hij de een of de ander moet aannemen.
Berend van den Bos: 5. Te veel voor 4 en zegt niets over ruitencontrole maar die zal ik wel hebben aangezien ik anders niet zomaar naar 5 ga.
Ruud von Seida: 5. Slemgoing. Ik zou denken dat dat niet per se voor klaveren is. Op dbl is het risico van pas te groot. En voor 4 heb je echt teveel: aangezien 4kwetsbaar wordt geboden, heeft maat niet veel punten in ruiten(hopelijk). Op 5 doe je 5 en dan komt boodschap wel over. Op 5 bied ik 6 en op 6 pas ik.
Carel Berendregt: 5. Sleminvite met schoppens. Vanwege het vierkaartje klaveren is er misschien een ‘second place to play’ maar de schoppens zijn van beton en goede klaveren bij maat komen in 6 ook van pas.
Dit probleem kwam van Antonio Palma. Zijn partner kreeg deze hand tijdens een robberpartij en bood 5. Dat bleek al te hoog, het hele spel zat ongeveer zo:
W
N
O
Z
A 7 4
9 7 6 2
7 3
H B 10 8
9 5 2
V 10 3
H B 4
A V 7 3
3
B 8 4
A V 10 9 8 6 5 2
6
H V B 10 8 6
A H 3
–
9 5 4 2
Antonio Palma: 5. 4 kan goed zijn maar het zal snel uitgepast worden. Daar is mijn hand toch echt te sterk voor. Een tegenstander die kwetsbaar 4 volgt, heeft een goede kleur, waardoor partner waarschijnlijk niet teveel verspilde ruitenpunten heeft. Bovendien is de kans groot dat eventuele klaverenhonneurs voor ons goedgeplaatst zitten. Ik bied 5 en heb er vertrouwen in dat partner daarop de juiste beslissing neemt.
Ik zou ook 5 bieden. 5 is ook prima, als je dat goed afgesproken hebt.
5 7 (), 4 6, 5 4, 6 2, dbl 1
Probleem 4. N /OW
West
Noord
Oost
Zuid
A 3 A H V 10 9 4 H 9 8 4 3
Berend van den Bos: dbl. West zal met deze kwetsbaarheid wel een extreme hand hebben maar ik zie geen beter bod.
Tim Verbeek: 5SA. Kwetsbaar tegen niet 4… die heeft zijn kaartje wel staan. Passen is bij mij: geen idee of SI. Ik denk dat ik agressief voor 5SA ga. Kans dat partner HV met AV heeft lijkt me gewoon erg groot en dan is slem goed., HVxxx xx Bxx AVx en slem is érg goed. Partner zou ook H kunnen en hebben en V niet. Dan kan ik in de problemen komen.
Per-Ola Cullin: 5SA. Dit zou misschien meer een 2-6-1-4 moeten zijn maar als partner slechts 3 klaveren heeft, zal 6 of 6 waarschijnlijk beter zijn. Voor 6 direct heb ik liever een betere kleur, of een 1615.
Rosalind Hengeveld: 5. Partner zal geen driekaart harten, goede lange schoppen of strafdoublet in ruiten hebben, dus waarschijnlijk wat lengte en waarden in klaveren. Doublet, zo al negatief, lost hoegenaamd niets op. Slem is in zicht maar is niet zeker.
Jan van Cleeff: 4. Ik bied bijna nooit de andere major als we al fit hebben in de geopende major. Om die reden begrijpt partner hopelijk dat ik deze hand moet hebben.
Simon de Wijs: 6. Dit hangt wel een beetje af van hoe we doublet op 4 door noord spelen. Ik ga nu uit van straf. Als maat dat niet doet, dan durf ik wel slem te gokken.
Ruud von Seida: 5. Wederom slemgoing…minder zeker want HVxxx xx Vxx Axx is 12 punten en geen best slem en Hxxxx Bx xx AVxx is 10 punten en heel goed slem. Hopelijk doet maat het goeie; ik pas op elk bod van maat.
Merijn Groenenboom: dbl. Ik snap dat we een (klaveren)slem kunnen missen maar X lijkt me volkomen normaal. De kleuren zullen ook niet erg rond zitten; als partner op mijn doublet past, vind ik het best.
Antonio Palma: dbl. Een kwetsbaar 4-volgbod terwijl wij al mancheforcing hebben geboden… Als hij niet helemaal gek is, heeft hij een (semi)dichte achtkaart of een 7-4. Mijn partner weet dat ook, dus ik zou doubleren. Dat ontkent zes hartens, drie schoppens en geeft aan dat ik niet weet waar we moeten spelen. Als hij past, is dat prima, en als hij 4 hoog biedt, ben ik nog niet uitgeboden.
Maarten Schollaardt: dbl. Hangt natuurlijk af van wat X bij partner zou zijn. Maar als dat ‘niets te melden’ is, kun je moeilijk iets anders dan dubbelen, hier.
De overgrote meerderheid gaat hier voor doublet. Een aantal experts vraagt zich zelfs af of er nog andere mogelijkheden zijn. Ik ben het met hen eens dat je meteen denkt aan doublet. Gaan avonturen na preëmptief bieden van de tegenstanders loopt vaak verkeerd af. Toch zal het snel slem voor je zijn en vind ik het niet gek om 5SA of 6 te bieden. Mijn eerste reactie was echter doublet en dat werd door de grote meerderheid van het panel geboden. Daar gaat dan ook mijn hartje naartoe.
W
N
O
Z
B 2
B 7 6
A H V B 9 7 6 3
–
H V 10 8 5 4
3
5 2
A V B 10
9 7 6
8 5 4 2
10 8
7 6 5 2
A 3
A H V 10 9
4
H 9 8 4 3
Over doublet zal noord waarschijnlijk 4 bieden (dat had hij ook meteen kunnen doen). En dan staan de spotlights op zuid. 6 gaat snel 1 down (ook na 10 uit; west zal daarop de drie bijspelen en zijn introever krijgen) maar 6 is eenvoudig gehaald. Na noords 4 zou zuid best 5SA kunnen bieden, waarna het goede slem alsnog bereikt wordt.
Probleem 5. W/‒ Waarmee kom je uit?
West
Noord
Oost
Zuid
A 4 2 H 8 6 4 9 4 8 6 4 2
Carel Berendregt: 6. We moeten er snel bij zijn voordat alle rommel van oost weggaat op de ruitens. Een aanvallende start lijkt me daarom aangewezen. Of zou het toch om een ruitenaftroever gaan? Dan hoop ik maar dat partner ,aan slag met A, zijn singleton terugspeelt.
Per-Ola Cullin: A. Voor alle kleuren is iets te zeggen. Met ruiten kun je dummy doodspelen voordat A weg is maar het kan ook een ramp zijn als partner denkt dat ik een singleton ruiten heb. Aan tafel zou ik waarschijnlijk zonder er al te veel over na te denken harten uitkomen, maar hoe meer ik erover nadenk, hoe beter ik A vind.
Alon Amsel: A. Leider heeft goede schoppens en denkt dat als hij toch al op vierniveau zit, hij evengoed kan proberen de manchepremie te verdienen. Met deze start sla ik een dubbelslag: meer informatie over wat ik moet terugspelen en het vermijden van de introever in de dummy met twee singletons die de leider een onverhoopte tiende slag bezorgt.
Rosalind Hengeveld: 6. Onduidelijk of er snel iets weg kan op de ruiten maar dat weet ik na A ook nog niet. Harten zal te vaak de maakslag weggeven. Benieuwd wat Simon start.
Jacco Hop: 9. Ik zie nog geen reden om hier onder de heer te starten, die uitleg laat ik aan Simon over. Wellicht is ruiten wel goed om de dummy’s kleur dood te spelen voordat de leider troef kan trekken en kan genieten van de ruitens. In Forum probeer ik 9. In de praktijk had ik deze redenering waarschijnlijk niet gehad en was 4 gestart.
Simon de Wijs: 6. Voelt toch goed om actief naar de slagen op zoek te gaan. Double dummy zal A wel goed scoren. De kans dat ik na die start meer weet dan nu, acht ik te klein om tempo op te geven.
Simon is duidelijk de uitkomstgoeroe. Ik denk dat hij gelijk heeft dat bij een dubbel dummy analyse A de winnaar zal zijn; je zult dan immers altijd naar de goede kleur switchen (als je daar het tempo nog voor hebt). Het probleem is echter dat partner te kort in schoppen zal zijn om een duidelijk signaal te geven, en dat de kans groot is dat je niet veel wijzer wordt bij het zien van de dummy (die zal immers lange ruitens hebben en niet teveel punten in harten en klaveren). Dat neemt natuurlijk niet weg dat A noodzakelijk kan zijn om de introevers tegen te gaan.
Maarten Schollaardt: A. Een schot in het duister natuurlijk maar als ’t down kan, wie weet met het voorkomen van een introever. Kan ook de enige maakstart zijn.
Ophir Herbst: 2. Ik heb nog een entree om eventueel naar harten te switchen en zelfs als de leider een singleton schoppen in de dummy heeft, kan het nodig zijn om de introever tegen te gaan.
Martin Heerschop: 4. Elke kleur kan goed zijn maar klaveren het minst (snitje nemen voor de leider?). Aftroevers voorkomen kan maar lijkt onhandig met een ruitenbakkleur in dummy. Harten is agressief en misschien wel de enige downstart. Ik zet mijn geld echter op de ruitenstart om óf de communicatie te verbreken óf om partner een aftroever te geven als ik aankom met A. Als de leider een renonce ruiten heeft, heb ik het zeker verkeerd gedaan.
Louk Verhees: x. Uitkomstproblemen zijn altijd verschrikkelijk moeilijk. Alles zou goed kunnen zijn hier. Harten kan makkelijk het contract weggeven. Troef kan goed zijn als de dummy introevers kan maken. Ruiten kan goed zijn als de leider twee ruitens heeft. Maar ik ga voor een passieve klaveruitkomst.
Ruud von Seida: 9. Als de 4-bieder een renonce ruiten heeft (zeer onwaarschijnlijk) heeft hij veel punten. Dan is een grote kans dat harten of klaveren een slag weggeeft. Twee keer ruiten elimineert de ruitens en hopelijk krijgen we dan de slagen waar we recht op hebben.
Antonio Palma: x. Ik kom graag ruiten uit, omdat ik troefaas heb en de communicatie tussen leider en dummy kan verbreken. Als de leider een renonce ruiten heeft, is dit natuurlijk een ramp maar als hij een singleton heeft, komt hij niet meer in dummy. Als de leider twee ruitens heeft, kan ik een tweede ronde spelen nadat ik met A aan slag kom. En als hij drie ruitens heeft, kan mijn partner de tweede ronde introeven. Ik ga dus voor ruiten uit maar ben voorbereid op een tirade van mijn partner als de leider een renonce heeft.
Michael Cornell: 6. Ik kom normaal meestal passief uit maar met de troeven rond en de ruitens waarschijnlijk ook, denk ik dat ik aanvallend moet uitkomen.
Berend van den Bos: 6. Hopelijk wat in harten opzetten of cashen want de ruiten lopen misschien wel.
Het is inderdaad een probleem waarbij alle kleuren in aanmerking komen. Mijn keuze zou niet op klaveren vallen, ik denk dat we daarbij eerder slagen voor de leider ontwikkelen dan voor ons (hij zal niet vaak in de dummy kunnen komen om zelf klaveren op te spelen). Schoppen (zowel klein als de aas) is zeker een optie om introevers tegen te gaan, aangezien ik niet verwacht te weten wat ik in slag twee moet naspelen.
x 8 (), x 5, x 3, A 3, x 1
Het nadeel van ruiten uitkomen is dat ik best lang heb nagedacht en partner daarom “weet” dat ik geen singleton heb. Van deze informatie mag hij natuurlijk geen gebruik maken, integendeel, hij zou bij twijfel moeten doen alsof ik wél een singleton heb. Dat zou ons het tegenspel best kunnen bemoeilijken. Daarom lijkt me harten toch het meest practisch. Het hele spel is helaas niet bewaard gebleven. Wel kan ik u vertellen dat de uitkomst niet uitmaakte want 4 werd altijd gemaakt.
Waarvoor kozen zij?
1 | 2 | 3 | 4 | 5 | |
Amsel | 2 | 2 | 4 | dbl | A |
Berendregt | 3 | 3 | 5 | dbl | 6 |
De Boer | 3 | 3 | 6 | dbl | 6 |
Van den Bos | 1 | 3 | 5 | dbl | 6 |
Van Cleeff | 2 | 3 | dbl | 4 | 4 |
Cornell | 1 | 2 | 5 | dbl | 6 |
Cullin | 1 | 3 | 4 | 5SA | A |
Gosschalk | 1 | 2 | 6 | 5SA | x |
Groenenboom | 2 | 3 | 5 | dbl | 6 |
Heerschop | 2 | 3 | 4 | dbl | 4 |
Hengeveld | 1 | 2 | 5 | 5 | 6 |
O. Herbst | 2 | 4 | 5SA | dbl | x |
J. Hop | 2 | 4 | 5 | dbl | 9 |
Palma | 1 | 5 | 5 | dbl | x |
Schollaardt | 1 | 4 | 6 | dbl | A |
Von Seida | 1 | 5 | 5 | 5 | 9 |
Verbeek | 1 | 5 | 4SA | 5SA | x |
Verhees | 1 | 5 | 6 | dbl | x |
De Wijs | 1 | 5 | 5 | 6 | 6 |
Zia | 2 | 2 | 5 | dbl | 9 |
Michielsen () | 1 | 3 | 5 | dbl | x |