Hoe Fisher-Schwartz vals speelden
Rome, 4 juni 2016. De Italiaanse bridgejournaliste Laura Camponeschi van het online bridgemagazine Neapolitan Club (waarmee IMP vaak samenwerkt) heeft interviews gehouden met de Israëlische deskundigen Amir Levin en Nezer Zaidenberg, die onderzoek hebben verricht naar de valsspelcode van hun landgenoten Lotan Fisher en Ron Schwartz. Laatstgenoemden zijn inmiddels door de Straf- en Tuchtcommissie van de European Bridge League (EBL) veroordeeld (zie ook ons artikel van 18 mei). De EBL heeft nu ook de officiële uitspraak van deze veroordeling gepubliceerd. Hieronder laten we achtereenvolgens Laura Camponeschi, Amir Levin en Nezer Zaidenberg aan het woord. Ten slotte volgt een reactie (met toestemming) van de Nederlander Eric Laurant, voorzitter van de onderzoekscommissie valsspelzaken (zie ook ons artikel van 20 april).
Laura Camponeschi
Enkele dagen geleden, na een artikel in de Israëlische krant Haaretz, kwamen we een interessant onderzoek op het spoor: drie Israëlische deskundigen verklaren dat zij de valsspelcode van Lotan Fisher en Ron Schwartz definitief hebben gekraakt. Twee van hen zijn Amir Levin en Nezer Zaidenberg. Ik heb hen beiden benaderd voor wat uitleg over hun werk.
Amir Levin
Laura: Al enige tijd weten we van het bestaan van rapporten over de ‘Israëlische Doctors’ van de hand van Amir Levin, Bar Tarnowski en Eldad Ginossar. Maar onlangs bleek er ook een nieuw onderzoek van Levin, Nezer Zaidenberg en een derde. Is er inderdaad een nieuw rapport?
Eldad, Bar en ik zijn de auteurs van de rapporten over de ‘Israëlische Doctors’. Die gaan uitsluitend over beschuldigingen van kuchsignalen. Wat het nieuwe onderzoek betreft: dat gaat uitsluitend over de kwestie van bordsignalen. Allereerst is het belangrijk te benadrukken dat de veronderstelling van de Zweed Per‑Ola Cullin op hoofdlijnen klopt: Fisher-Schwartz signaleren inderdaad via plaatsing van het bord; de code die Cullin opperde bleek voor honderd procent te kloppen wanneer Fisher signaleert. Wij menen echter een aanvulling op de code te hebben gevonden die alle handen verklaart, met inbegrip van ‘probleemhanden’, zoals ik later zal toelichten.
Wie is de derde deskundige?
Die wil graag anoniem blijven. Die wens zullen we blijven respecteren.
Kunt u de volledige valsspelcode van Fisher-Schwartz uitleggen die u hebt gekraakt, alsmede de methode die u daartoe hebt gebruikt?
Ja. Allereerst breng ik de hypothese van Cullin in herinnering: midden = ruiten, zijwaarts = harten, kant van signaleerder = klaveren, kant van uitkomer = schoppen. Dat wil zeggen: wat de zwarte kleuren betreft suggereert de oorspronkelijke code dat het afhangt van wie er signaleert en wie er uitkomt.
Welnu, deze code klopt voor honderd procent alleen wanneer Fisher signaleert. Er waren echter spellen waar Schwartz signaleerde die we vreemd vonden. Dit bracht ons ertoe nog eens goed te kijken en we menen dat de gecorrigeerde code simpel is: Fisher-Schwartz signaleren op basis van de windrichtingen:
- midden = ruiten (zoals Cullin aangaf);
- oost = harten (idem);
- noord (waar Schwartz zit) = schoppen (ongeacht wie het bord daar neerlegt);
- zuid (waar Fisher zit) = klaveren (idem);
- bord blijft = in essentie al het overige: kom maar uit wat je wilt, kom mijn kleur uit tenzij je een aantrekkelijke andere uitkomst hebt, enzovoorts.
Dit helpt twee spellen te verklaren waarop Schwartz signaleerde en die aanvankelijk moeilijk te duiden leken. Zoals wij het zien:
Israël–Hongarije: Schwartz opende 3♠ op ♠QJ10xxx ♥KQxx ♦xxx ♣– en mocht later 3SA tegenspelen, waartegen Fisher moest uitkomen. De video laat zien hoe hij het bord aan zijn kant (noord) legt en het meteen naar opzij (oost) schuift. Een klaverensignaal, zoals de code van Cullin suggereert, ligt natuurlijk niet voor de hand. Sommigen trachtten dit te verklaren doordat Schwartz zich misschien vergiste, misschien vergat dat het contract 3SA was, of onjuist signaleerde en dat meteen probeerde te herstellen. Wij kwamen echter tot de conclusie dat Schwartz slechts signaleerde voor schoppenstart, conform onze gecorrigeerde code.
Israël–Nederland: Tegen 5♣ had Schwartz in handen: ♠KQxx ♥xx ♦xxx ♣KJxx. Wederom legde hij het bord aan zijn kant, terwijl Fisher moest uitkomen. Volgens de originele code van Cullin zou dit weer een klaverensignaal zijn. Sommigen suggereerden dat vragen om klaveren niet zo gek is, omdat de tegenpartij beide zwarte kleuren had getoond. Wij menen echter dat Schwartz om schoppen vroeg, conform onze ‘correctie’. Fisher kwam trouwens uiteindelijk met schoppen uit.
Beschouwt u de valsspelcode van Fisher-Schwartz als definitief gekraakt?
Ja, beslist.
Heeft u de Israëlische Bridge Federatie (IBF), de EBL en andere bridgeorganisaties ingelicht over uw onderzoek?
Ja. Die moeten maar zien wat ze ermee doen.
Kunt u iets vertellen over de laatste vergadering van het Special Ethics Committee (SEC) van de IBF op 29 mei?
Die ging over de kwestie van uitkomsten en bordplaatsing. Er zal binnenkort een video worden gepubliceerd, neem ik aan.
Gaat u uw onderzoek publiceren?
In dit stadium liever niet. Zoals ik eerder zei: nadat het SEC klaar is met de kwestie en zijn definitieve uitspraak heeft gepubliceerd, zal ik alles publiceren wat ik heb – en dat is heel gedetailleerd – over de beschuldigingen van kuchsignalen en de kwestie van de bordsignalen.
Nezer Zaidenberg
Dr. Zaidenberg is docent aan de universiteit van Jyväskylä (Finland), is lid van het Shenkar College of Engineering and Design in Ramat (Israël) en is docent computerwetenschappen aan het College of Management Academic Studies in Rishon LeZion (Israël).
Ik (Laura) vroeg hem over zijn onderzoek naar de valsspelcode van Fisher-Schwartz
Het is eigenlijk heel simpel: als wetenschapper kan ik niet meegaan met de analyse van Kit Woolsey en anderen. Tests waren niet blind en naar mijn mening was de steekproef te klein van omvang. De toevalskans op soortgelijke resultaten bedroeg één op enkele duizenden. Dat is naar mijn mening niet goed genoeg. Er zijn wereldwijd misschien honderd paren van wereldklasse, die spelen misschien wel honderd maal meer dan vier wedstrijden per jaar. Ik wil maar zeggen: ‘een kans van één op enkele duizenden’ zou (als je maar genoeg gegevens verzamelt en die maar hard genoeg doorzoekt – IMP) per jaar altijd wel enkele ‘valsspelers’ opleveren.
Wij waren in het geheel niet gelukkig met de analyse. Er waren nog diverse andere methodologische tekortkomingen. Bijvoorbeeld dezelfde verzamelingen gegevens die werden gebruikt om de hypothese te vormen, werden later gebruikt om haar te testen. Ik zal uitleggen waarom dat verkeerd is. Stel je trekt kaarten uit een pak en je vindt meer zwarte dan rode kaarten. Je houdt ook bij welke kaarten je trekt. Je vormt de hypothese dat er meer zwarte dan rode kaarten in het spel zitten. Die hypothese test je tegen je aantekeningen van de getrokken kaarten. Dat slaat natuurlijk nergens op!
Om de hypothese te testen dat Fisher-Schwartz vals speelden, zou een geheel nieuwe verzameling spellen nodig zijn. De wedstrijden en spellen waarop de hypothese was gebaseerd, mogen daar niet voor worden gebruikt. Uiteraard zou dat betekenen dat Fisher-Schwartz nog meer bridge-evenementen mochten bezoedelen, hetgeen meer problemen met zich mee zou hebben gebracht.
Er waren nog andere, ‘bridgegerelateerde’ problemen. Bijvoorbeeld een signaal voor een klaverenstart tegen SA met een renonce (zie boven); dat slaat nergens op. Dat was gewoon onlogisch. Wij hebben ontdekt dat de signalen geen verband hielden met de speler, maar met de windrichting. Dus het bord ‘ver’ leggen zou een verschillende betekenis hebben naargelang Ron dan wel Lotan het doet (‘ver’ is dichtbij Ron als Lotan signaleert en dichtbij Lotan als Ron signaleert). Dat lost alle problemen op.
Wij hebben dit dubbel nagegaan aan de hand van de Poolse bridgebond, de Cavendish, de Spingold: hetzelfde systeem blijkt te kloppen. Daarmee is voldaan aan wetenschappelijke toetsingsmethoden.
Ik ben geen jurist, maar dit betekent dat de veroordeling door de EBL gebaseerd is op een verkeerde aanname over de valsspelcode. Hopelijk echter zullen Fisher en Schwartz nu voor het leven worden geroyeerd door de IBF. Dat betekent dat ze ook niet elders kunnen spelen.
Opmerkelijk vind ik trouwens – zo besluit Zaidenberg – dat ze steun kregen van wetenschappers van het CERN (Zwitserland) en van het Weitzman Institute of Technology.
Eric Laurant
Nezer zit fout met betrekking tot zijn oordeel over de EBL. We hebben niet dezelfde boards gebruikt voor de hypothese en de test; dat zou een beginnersfout zijn en dan krijgen we niet het fiat van world class statistici. Overigens hebben Fisher-Schwartz afscheid genomen van hun advocaat Pradon.
Wij vonden ook niet dat we de hele code hoefden te kraken. Dat kost heel veel menskracht en we moeten het allemaal met vrijwilligers doen. Aantonen dat ze vals spelen is voldoende, of dat nu op één manier of op drie manieren is, maakt niet uit.