Nederland dendert door
Wuhan, Hubei (China), 25 september 2019. Nederland blijft het goed doen op de wereldkampioenschappen voor landenteams in China. Dat geldt vooral voor het open team, dat bezig is Noorwegen verpletterend te verslaan. Na de eerste dag en drie van de zes zittingen van de halve finale staat het 160–53 imps voor Nederland. Dat is een voorsprong die na vijf zittingen – niet al na drie uiteraard – zou vallen onder de norm voor opgave. Ook de senioren blijven het prima doen; zij staan 106–77 imps voor tegen Engeland. De vrouwen staan 67–81 imps achter tegen China dus ‘leven nog’. Morgen is de tweede en laatste dag van de halve finales.
3SA of vijf laag, dat is de vraag
Beginnende bridgers bieden te vaak vijf laag waar 3SA beter is, hetzij omdat er twee slagen minder voor nodig zijn, hetzij omdat ook bij elf slagen 3SA beter scoort. Ervaren spelers echter hebben dat lesje geleerd – maar bieden dan té vaak een 3SA die down gaat met vijf laag koud, zelfs ondanks een stopper in de kleur van de tegenpartij. In de halve finale van het open team tegen Noorwegen een spel met dat thema:
De Noor Boye Brogeland, de afgelopen jaren bekend als cheatbuster en met zijn partner een van de sterkste paren ter wereld, kiest met de zuidhand voor 3SA nadat zijn partner een stopper in de kleur van de tegenpartij aangeeft. Hoewel dat contract toevallig (onverdiend) maakbaar is dankzij het vallen van de ruiten, kan noord met dichte kaarten zoveel geluk niet geloven en gaat hij na schoppenstart twee down.
Aan de andere tafel is het biedverloop tot en met 2♠ hetzelfde, maar dan kiest Bart Nab met doublet voor een rustiger benadering die meer biedruimte overlaat voor een zorgvuldig onderzoek dat twijfel ademt over de juiste manche. En dan is de beurt aan Bob Drijver als noord. Hij zal misschien gedacht hebben aan twee heerlijk elkaar tegensprekende bridgewijsheden van Bob Hamman, zo’n beetje de Johan Cruijff van bridge: ‘Als een van je opties 3SA is, bied dat dan’ en: ‘Als je stopper slechts aas-klein is, kies dan niet voor SA’.
Bob realiseert zich de geademde twijfel aan de juiste manche, volgt niet de eerste maar de tweede Regel van Hamman en kiest voor 5♣. Dat contract is (met dichte kaarten) veel kansrijker dan 3SA en wordt vlot gemaakt: 11 imps voor Nederland. Dit spel was voor alle halvefinalisten op één na (Roemenen) te moeilijk, dus een mooie biedprestatie van Bob en Bart.