Paren (2)
Een bonte verzameling was de bezetting van de Meesterklasse paren weer. Zoals gewoonlijk laten veel spelers de parencompetitie aan zich voorbijgaan, of spelen in driemanschappen zodat je thuis ook nog eens je gezicht kan laten zien. Nieuwe combinaties, of koppels die het eens samen willen proberen staan aan de start. Een nieuw duo Veri Kiljan en Bart Nab kende een goed begin van hun samenwerking. Ze wonnen de MK met een formidabele laatste dag met nummer twee en drie op een andere pagina.
Mijn aandacht lag dit jaar (nog) bij de verwikkelingen in de eerste divisie. Een trosje senioren trok aan het langste eind en vergezeld van een van de weinige vrouwenparen Merel Bruijnsteen en Doris van Delft promoveren zij naar de MK.
Vijf spellen per ronde en dan als een speer de zaal uit om te vergelijken met anderen leidt tot een soort Poolse landdag. Rumoer en kabaal en wachten op de nieuwe spellen is niet de perfecte ambiance om eens lekker te peinzen hoe je die extra overslag uit het spel trekt.
Je gaat bij paren tot het gaatje, niet alleen bij het afspel, maar ook tijdens het bieden. Een link bodje voor de start, een speculatief redbod en het strafdoublet op een deelscore van de buren als je het idee hebt dat ze je contract afsnoepen. Spanning en sensatie op elk spel.
Het volgende spel zou aan onze tafel in een viertallenwedstrijd met snurken worden begeleid:
Z/Allen
W
N
O
Z
8 3
H B 8 5 4 2
A 10 7 5 4
–
A 7 4
V 6
H V
H V 10 8 7 2
9 6 5
A 10 9 7 3
9 6 3
A 5
H V B 10 2
–
B 8 2
B 9 6 4 3
Na de 2 opening verhoogt noord meteen naar de manche. Er volgen twee passen maar mijn schermmaat aarzelt even. Hij past na een kleine denkpauze. Ik denk nog waar zit die nou over na te denken. Na de hartenstart krijg ik een vermoeden.
Ik troef en denk na over het spel. In viertallen zou ik de troeven halen en als die rond zitten A eruit duwen en kijken of ze aan het eind te veel ruiten hebben bewaard om H nog een slag te gunnen. Tien slagen in ieder geval.
In paren kan dat niet. Je hebt twee zekere verliezers aan daar moet het bij blijven.
Als je echter hetzelfde plan volgt, door alle troeven te halen en dan klaveren te spelen kom je als ze goed tegenspelen niet meer aan een ruitenslag toe. Ik krijg een idee.
Twee keer troef en dan eerst ruiten. Als ze die nemen en harten spelen moet ik in de hand troeven en klaveren spelen. Zitten die 1-1 dan spelen ze weer harten en kom ik niet meer in de hand om de laatste troef te halen. Ik hoop dat de klaveren 2-0 zitten met de driekaart troef bij de dubbelton.
Aan de andere kant kan degene met de renonce klaveren een driekaart troef hebben en een ruff krijgen en eindig ik met dezelfde tien slagen als de viertallenspeler.
Gelukkig wordt het niet zo lastig. Tegenspelen is ook lastig. Als ik ruiten speel, pakt links het aas en speelt ruiten terug. Alle kou is uit de lucht en ik trek de laatste troef en geef een klaveren af. 650 Is een goede score.
Het veld speelt zowel in schoppen als in harten. Zonder opening in zuid meldt west zich met een of ander hartenbod en bieden OW zeker nog 5 over 4. Maar ook na een 2 opening moet west geluid maken. Een 6-5 is niet bedoeld om mee tegen te spelen.
Twee keer wordt 4 gemaakt en 5 gaat maar eentje down voor 67%.
De beslissingen op hoog niveau-database is aardig gevuld inmiddels, maar er is nog voldoende plaats voor nieuwe aanwas:
Z/OW
W
N
O
Z
–
H 9 7 6 2
A H B 7 4
H B 7
H 8 7 6
V 4
8 2
9 8 6 3 2
V B 10
B 3
V 10 9 5 3
A 10 4
A 9 5 4 3 2
A 10 8 5
6
V 5
Dit spel werd grotendeels verpest door JJ te M. In zijn niet aflatende strijd tegen het Ghestem monster is mijn hele generatie in de vorige eeuw overgestapt op Michaels. Dat kwam omdat veel bridgers de hoogste twee kleuren met 3 moesten vertellen, maar dat deden met een zwak spel met klaveren.
De trammelant die er toen ontstond, noopte Jos tot het instellen van een Ghestem-fonds. Een kleine donatie bij elke vergissing en hij leeft er nog steeds stil van.
We hebben inmiddels bijgeleerd en allerlei andere varianten ontdekt, maar mijn maat is van voor het begin van de jaartelling en opgevoed met Michaels.
Ik volg dus 2 na de 1 opening van zuid en iedereen doet vrolijk mee. Noord steunt met 3 en mijn maat biedt 3SA. Waar sommigen dat misschien als kies uit de lage kleuren zouden zien, weet ik dat hij dat wil spelen.
Hij mag het niet spelen, want zuid redt meteen met 4. Ik mag weer. Het leven begon zo mooi en nu moet ik beslissen wat ik doe. Ik denk dat de situatie forcing is. Wij zijn kwetsbaar en hebben op kracht een manche geboden.
Ik wil niet per se gedoubleerd tegenspelen en zie wel kansen om zelf te spelen. Ik laat daarom de beslissing aan de overkant, waarbij mijn pas de intentie om zelf te spelen etaleert.
De maat kijkt tegen een troefslag aan en wat vrouwen en boeren en ambieert geen hoge contracten. Doublet wordt het. Ik respecteer zijn beslissing en we winnen vijf slagen voor +300. Dat is meer dan degenen die 4 ongedubbeld laten gaan, maar beduidend minder dan de OW-paren die zelf spelen.
Ik kan zijn doublet wel billijken en het zou allemaal anders zijn als hij had geweten dat ik ruiten heb. Tegenwoordig doen we 2 voor harten/klaveren en 2SA voor de rooie, of andersom als je wil en dat houdt Jos tevreden en maakt aan alle onduidelijk over de tweede kleur ook een eind.
Naschrift redactie:
Peter schrijft een wekelijkse column op zijn eigen bridge-website www.drienbridge.nl. Neem daar vooral eens een kijkje. Er staat ook een link naar de site op onze Externe links pagina.