Speel bridge met Ries (IMP 5, 2021)
Denken niet nodig
door Ries v.d. Sterren
Ik verheug me op mijn invalbeurt in een ALT online-toernooi. Ik speel met een van mijn vroegere partners, en we mogen tegen een paar oud-clubgenoten die ik al een paar jaar niet heb gezien. Na een paar vlakke spellen krijg ik bij allen kwetsbaar de volgende mooie kaart:
V 9 3 2
A B 7 5 2
A
A V 8
Rechts past, ik open 1, links past, en partner biedt 2SA. Wij spelen dat als een drie- of vierkaart harten, meestal niet sterker dan inviterend. Dat is mooi, tegenover mijn hand zijn een paar punten met een vierkaart al genoeg voor de manche. Rechts past, en ik bied 3 wat vraagt naar een nadere omschrijving. Partner biedt nu 3, dat op onze systeemkaart staat als “vierkaart harten, 10-12 punten, met goede controles”. Goede controles, dat zijn azen en heren, en ik zie dat zelfs slem niet is uitgesloten tegenover de goede punten. Ik bied daarom 3SA, “slam-going”, en partner zegt 4. Over 4 heen! Ik vermoed dat hij AH en V heeft, dan is 6 op zijn slechtst op snit. Op mijn 4SA geeft partner twee keycards aan zonder troefvrouw. Ik bied 6 maar ik heb er eigenlijk meteen spijt van. Ik was zo gebrand op het slem dat ik het slechte nieuws onvoldoende tot me heb laten doordringen. Nou ja, we gaan het zien. Oud-clubgenoot links komt uit met 2 en partner legt zijn dummy neer:
A H 5
H 10 9 3
B 7 6 4
9 5
V 9 3 2
A B 7 5 2
A
A V 8
Toch een prima slem! Zo op het eerste gezicht haal ik het met de harten rond of V vallen, zo niet dan de schoppen rond of goed doen, en als dat ook niet zit dan heb ik nog de klaversnit. Eens kijken, wat is 2? Ze starten “derde vijfde, of vierde als de derde erg hoog is”. Dat helpt me niet veel. Ik speel4 uit dummy, oud-clubgenoot rechts legt 10, en ik win met het aas.
Eens kijken. Ik ga denk ik rechttoe rechtaan spelen: twee keer troeftrekken, dan drie keer schoppen. Als die vallen dan gooi ik een klaveren weg en crossruff ik de rest. Dan haal ik zeven als de harten vallen en anders zes. Haal ik het nog met de harten 4-0? Ik kan ze aan beide kanten oppikken maar zelfs met de schoppenkleur rond heb ik dan nog maar 11 slagen. Dus dan heb ik nog de klaverensnit nodig. Even kijken, klopt dat? Stel dat ik links op vrouw vierde speel. Als ik dan een soort dummy-reversal doe en twee troefjes in de hand kan maken, heb ik 12 slagen: 4 schoppen, 6 harten, een ruiten, en een klaveren. En dan heb ik de klaversnit dus niet nodig. Hoe gaat dat dan: A, 4-0, harten naar de 9, ruiten getroefd, harten naar de 10, ruiten getroefd, A, H. Ik kijk naar het plafond en zie nog de volgende kaarten:
H 5
–
B
9 5
V 9 3
–
–
A V
Ja, in die positie kan ik schoppen naar de vrouw spelen en schoppen terug naar de heer. Als ze rond zitten dan heb ik het gehaald, en zo niet dan kan ik kijken wat ik ga doen. Misschien is het een dwang, of zit er een ingooi in.
De kaarten dansen voor m’n ogen, te ingewikkeld. Maar als de hartens 4-0 zitten dan ga ik links op de vierkaart spelen. Zo gezegd zo gedaan, ik speel A. Links speelt de 4, dummy de 3 en rechts de 8. Daar zit ik dan zo voor te zweten! Bij bridgen is zeker de helft van je denken onnodig door het zitsel maar het vreet energie. Ik speel B, links 6, dummy de heer, en rechts 6. De kaart zegt laag-hoog even maar veel zegt dat niet vaak.
Dat gedenk over het 4-0 zitsel heeft toch wat opgeleverd: de dummy-reversal is in beeld gekomen! Dat lijkt ineens heel aantrekkelijk. Ik speel 6, rechts H, ik troef met 2, links 3. Ik speel 2, links 6, A, rechts 5 en ik troef nog een ruiten: 7, 5, 5, 8. Dat gaat lekker zo, nog maar een keer: 3, 10, H, 7, en B, 2, 7, 9. OK, nu hoef ik niet naar het plafond te kijken om te weten hoe het spel zit. Links heeft nog V en V, en twee of drie klaveren. Jammer dat de ruiten niet rond zaten, dan had ik links ingegooid. Ik speel nu V, links gooit 3, dummy 5 en rechts 8. Alweer jammer, met 3-3 was ik binnen nu. Ik kan niet anders doen dan mijn laatste schoppen troeven. Links gooit 4 af, ik troef met 9, rechts B. De volgende kaarten blijven over:
–
10
–
9 5
–
–
–
A V 8
Slim van links – als hij zijn laatste ruiten had weggegooid dan had ik hem nu veilig kunnen ingooien met V. Dat kan ik nu niet doen want hij heeft nog een ruiten hoog. Wie heeft H? Als links hem had dan zat hij in een leuke dwang! Maar ach nee, dat is onzin, dan had hij gewoon V kunnen troeven en zijn laatste ruiten kunnen spelen. Nee, rechts heeft H en ik ga niemand ingooien. Ik speel 5, rechts 10, ik V, en links 7. Ik geef nog V af en maak het slem precies.
Het spel lag als volgt:
W
N
O
Z
10 6
V 6 4
V 9 8 3 2
7 4 3
A H 5
H 10 9 3
B 7 6 4
9 5
B 8 7 4
8
H 10 5
H B 10 6 2
V 9 3 2
A B 7 5 2
A
A V 8
Post mortem
Een spel vol mogelijkheden die met open kaarten gemakkelijk te vinden zijn. Aan tafel is het lastig om alle varianten uit elkaar te houden. Het aardige is dat de mogelijkheden een voor een afvielen, zodat je uiteindelijk toch op een gewone snit bent aangewezen. Mijn oude moeder had het spel in 10 seconden gehaald. Om het volgende spel weer met net zo veel concentratie op te pakken, dat kenmerkt de echte kampioenen.
Ingezonden reactie
Geachte IMP redactie,
Mijn partner Ries v.d. Sterren liet me weer een verhaaltje lezen dat hij schreef voor uw tijdschrift. Mijn verzoek: plaats dit niet! In werkelijkheid ging het uiteraard totaal anders. Niet Ries speelde maar zijn partner, en ik zat te kibitzen. Ruiten uit, en de leider trok twee rondjes troef (pech), speelde vier rondjes schoppen (pech), haalde zijn schouders op en sneed in klaveren. Inderdaad in 10 seconden gehaald. Ik vermoed dat zelfs Ries dit wel tot een goed einde zou weten te brengen – ongebruikelijk want in de vorige drie spellen die hij beschreef, had hij zichzelf ook gewoon down gespeeld.
Ik hoop dat u op basis van deze feiten publicatie wilt heroverwegen.
Met groet,
Sjaak Pieren, Winschoten