Saaie spellen
We houden van sterke handen. Of je ze nou os, bunker of kanon noemt, het is een zeldzame weelde in vergelijk met de gewone rommel die je normaal oppakt. De euforie is echter van korte duur, want de score valt vaak tegen. Behalve natuurlijk als je robbert, dan laat het de kassa rinkelen.
We robberden vroeger veel en de enige jongedame in het gezelschap wist de deler af en toe te verleiden de kaarten te manipuleren. Dat leidde tot een 7SA volgbod na een 2 opening en een andere keer 7 hoog na 1 minor, herinner ik me. Vol ongeloof keken we daarnaar, onnozel als we waren en trokken de beurs. Zoiets gebeurt in het echt natuurlijk nooit.
Dat dacht ik althans, tot een parenpotje in Utrecht. Mijn maat opent, 1 en George Dragt duikt in zijn biedbak en legt 7 neer. Ik kijk verbaasd, maar George verzekert me dat het geen geintje is. Dichte schoppen en een klaverenbak waren genoeg voor alle slagen en 50%, want dat deed iedereen.
Van een iets ander kaliber is het volgende spel. De edelachtbare appte zijn ongenoegen over het bieden van de tegenstanders. Taakstraffen volgen denk ik:
N/Allen
W
N
O
Z
3 2
8 6
H B 9 5 4
9 7 5 4
9 7
V B 9 7 3
10 7
A 10 8 2
B 10
10 5 4
8 6 2
H V B 6 3
A H V 8 6 5 4
A H 2
A V 3
–
Tweede divisie viertallen. Het is Schuttersveld tegen ’t Onstein 4. Peter Ran opent de noordhand met 2 Muiderberg en dat komt volgens het gezag niet door de keuring. Kwetsbaar geen 5-5 valt nog net te billijken, maar een gebalanceerde zevenpunter kan echt niet.
Het mag duidelijk zijn dat niemand zich daar wat van aantrekt en de opening maakt het voor Remko Kootstra eenvoudig het eindcontract te bieden. Een even diepe duik in de bak en 7 beëindigt het bieden meteen.
Met dichte troeven en goede hartenaansluiting mag je verwachten dat de twee ruitenverliezers weg kunnen op de vierde en vijfde harten. Met boer-vijfde is V dubbel goed, of H of een aankomer en de ruitensnit met daarna een aftroever. Bij elkaar ruim voldoende om grootslem te bieden.
Aan de andere kant werd geen Muiderberg geopend en krijg dan nog maar eens je slagenbron in beeld. Het lukte de Onsteiners niet en het verlies bedroeg 13 imps. Twee keer werd 7 geboden en ook twee keer de manche. De rest, zes keer, stopte in klein slem.
In wezen zijn die grootslems best saai. Er is even opwinding, maar het is minder spannend dan een 1SA met kansen voor beide partijen. In de MK kon een streep door het volgende spel:
Z/OW
W
N
O
Z
B 10 5 4
B 8 4 2
6 2
H V 6
H 9 7 6 3
10
B 7
9 8 5 3 2
V 8 2
9 6 3
10 5
A B 10 7 4
A
A H V 7 5
A H V 9 8 4 3
–
Weer zo’n monster.
Ik weet niet wie er allemaal meteen 7 opende, maar in elk geval Huub van der Wouden. Dat is slordig als partner er nul heeft en wel een hartenfit, maar Huub vond dat hij er niet achter zou kunnen komen wat partner in de rode kleuren neer ging leggen.
Een ander idee is beginnen met een sterk bod en vervolgens hopelijk je twee kleuren melden. Hierna treuzel je nog wat en biedt dan pas 7. Maar in feite komt het op hetzelfde neer.
Meestal werd zuid de leider, maar aan paar tafels noord. Dat heeft ongetwijfeld te maken met de sterke 1 en een 1 antwoord, of de 2 opening met het 2 bijbod. Handig is om de ruitenkleur in 2, als dat geen zwakke twee is, te stoppen en sterk met klaveren in 2. Zo wordt de sterke hand meestal leider. Je kunt na 2-2, 3 bieden met ruiten en harten. Verschijnt 4 aan de overkant, dan heeft hij er hopelijk een paar.
Niet dat het hier uitmaakt, wie er speelt. In beide handen zijn dertien slagen eenvoudig. Je troeft de klaverenstart, casht A en speelt A en harten getroefd in noord. Op H gaat de andere hartenverliezer en na het troeftrekken claim je.
Dat lukte zoals gezegd iedereen, zodat het spel bij alle wedstrijden een saaie wash opleverde.
Naschrift redactie:
Peter schrijft een wekelijkse column op zijn eigen bridge-website www.drienbridge.nl. Neem daar vooral eens een kijkje. Er staat ook een link naar de site op onze Externe links pagina.