Spel van de dag (24)
Een paar dagen na de finale, als de wond langzaam begint te helen (zilver is ook mooi), vraag ik Sjoert Brink om een spelletje. Ronde 4, het laatste spel (32). Bas en Sjoert spelen tegen Berend en Joris.
W/OW
W
N
O
Z
9 8 7 6 3
7
A 2
A 9 7 5 3
H 10 4
5 2
B 9 4 3
H 8 6 2
V B
V B 10 9 8 6 3
6 5
V B
A 5 2
A H 4
H V 10 8 7
10 4
West
Joris
Noord
Bas
Oost
Berend
Zuid
Sjoert
Na 3 van Berend heeft Sjoert eigenlijk geen andere keuze dan 3SA. De uitkomst is 3; kleintje plaatje.
Met open kaarten is het gemakkelijk te zien dat H nemen meteen tot 9 of 10 slagen leidt, vanwege het blokkeren van de klavers en het vallen van de . Als leider weet je dat niet, dus het leggen van H is riskant; je kan zomaar 4 en een kwijt zijn als West oorspronkelijk iets van AV9 5e had.
Sjoert denkt verder. Het is opmerkelijk dat West niet in de kleur van zijn maat is gestart. Het lijkt waarschijnlijk dat dat een singleton is. Ook ligt start voor de hand, omdat met 4+ Zuid misschien eerder gedoubleerd dan 3SA geboden had. Het lijkt er sterk op dat West goede heeft.
In slag 1 duikt Sjoert de eerste slag, en hij kan ook slag 2 niet met H nemen – alweer omdat het gevaar van het verliezen van 4 en aas blijft bestaan. Grappig is dat West V niet over kan nemen, omdat 8 dan een 2e stop gaat vormen. De eerste twee slagen zijn dus voor OW; Oost vervolgt met V. Wel triest voor de leider; zijn 9e slag (H) is nu onbereikbaar tenzij de tegenpartij hem hierbij helpt. In de finale van de Bermuda Bowl is dat niet zo waarschijnlijk.
In slag 3 neemt de leider V met het aas en vervolgt met H. West neemt het aas en speelt na; iedereen bekent. Tijd voor een kleine denkpauze. Sjoert ‘weet’ nu dat Oost 7 en 2 heeft; het lijkt waarschijnlijk dat er ook 2 en dus 2 bij zitten. Als Oost 3 zou hebben (en dus 1) is West met 4 en 6 van zijn 4-kaart gestart; klinkt niet waarschijnlijk. Waar komt nu de 9e slag vandaan?
Sjoert (die uiteraard niet weet dat VB sec zit) vindt een mooie oplossing. In slag 6 duikt hij een ! Oost neemt en speelt terug ( na neemt Zuid in hand; het maakt niet uit); op tafel gaat 8 weg. Er blijft over:
W
N
O
Z
9 8 7 6
A 9
H 10 4
B 9
H
V B
B 10 9 6
A 5 2
V 10 8
Zuid laat zijn kaarten zien, en zegt tegen West “op de 3e kom je in een – dwang”. West: “ik kom helemaal niet in dwang, je bent gewoon hoog”. Veel moeite terwijl je 10 slagen van top hebt als je in slag 1 H legt. Uitstekend gespeeld en verdedigd; 7 IMPs voor Zwitserland.