Uit het clubleven (51)
In deze rubriek staan spellen, anekdotes en verhalen uit het clubleven. Hebt u ook een interessant, grappig of spannend verhaal? Stuur het naar impredactie@gmail.com.
Vraag vooraf
Je zit zuid (O/NZ) en je krijgt deze hand in een butlerwedstrijd:
4 3 – H B 9 8 6 5 4 2 H V 3
Oost past. Hoeveel ruiten ga je openen: 1, 2, 3, 4, of 5?
Kennelijke versterking
Zomaar opeens een mail van de redactie van de IMP website: “Hallo Rinus, je schrijft nu een jaar voor de website van IMP en we hebben elkaar nog nooit ontmoet. Zullen we kennismaken?” De aanhalingstekens staan er voor de sier, want de tekst is geparafraseerd. Afzender Rob van den Bergh.
Positieve reactie verzekerd! En zo komt het dat Rob mijn bridgemaat voor één avond is bij BC Josephine. Dat is wel een lekker idee, een partner uit de buitencategorie.
BC Josephine heeft een stuk of 10 spelers met ruime ervaring in de 2e divisie, de rest van de A lijn speelt op niveau hoofdklasse. De wedstrijdleiding heeft ons een aantrekkelijk programma toebedeeld: we zullen moeten werken voor een goed resultaat. Het is butler: de eerste tafel levert dankzij 1 spel zo’n 10 impen op. Dat geeft vertrouwen voor de rest.
Maar dan krijg ik als zuid (O/NZ) de volgende hand:
4 3 – H B 9 8 6 5 4 2 H V 3
Oost past. Met een achtkaart ruiten en minder punten dan openingskracht is mijn eerste gedachte om 4 te openen. Nadeel: dat is 3SA voorbij. Er is wel een alternatief: 1. En daarna bied je een steeds een erbij, tot je partner begrijpt dat je zwak bent (maar niet zo zwak) met een hele serie . Er is nog een alternatief: 3. Dat komt misschien nog het dichtst in de buurt: je hebt een teveel, maar Rob kan met een geschikte hand nog 3 SA bieden. Het wordt dus 3. Dan gaat het als volgt verder: west 3, Rob past, west 4. En dan ben ik weer: ik ben er niet gelukkig van geworden. Een pre-emptieve hand moet je in één keer verkopen. Ik heb nog een 8e , maar kwetsbaar tegen niet, ga ik natuurlijk niet 5 bieden. Het bieden eindigt in 4.
Rob komt uit met A. Dummy komt op tafel:
O
Z
V B 9 7 6 5
V B 8 5
3
5 2
4 3
–
H B 9 8 6 5 3 2
H V 3
De dummy is arm aan punten maar rijk aan verdeling! Ik leg 2 op de uitkomst en vraag daarmee om een nakomst in . De boodschap komt over: Rob speelt 4 in de 2e slag, via mijn V voor de A van de leider. Die speelt V, Rob de 10, op tafel getroefd. Ik de 3. Dan een kleine van tafel. Ik 5 weg, positief voor , in de hand de H en Rob de A. Hij speelt 6 voor mijn H. Nu hebben we 3 slagen. Rob heeft al 2 azen laten zien; de leider heeft H, A en V. Daar zal A zeker nog bijkomen. Als Rob A zou hebben zou hij die al hebben opgeraapt. En ik geloof eigenlijk ook niet dat hij H heeft; hij is niet in de bieding gekomen. Zijn er dan nog kansen? Rob zou een 4 kaart kunnen hebben met de 10. Dat kan een slag worden als ik in de dubbelrenonce speel. Zo gezegd, zo gedaan. De leider gooit een kleine af , Rob een kleine , en troef B op tafel. Dan troef vrouw, ik een kleine , west en zuid bekennen en vervolgens V voor. Rob maakt de H en raapt B op. 2 down, +100 voor ons. Het hele spel lag als volgt:
O/NZ
W
N
O
Z
A 10 2
H 10 9 7 4
V 7
A 10 7
H 8
A 6 3 2
A 10
B 9 8 6 4
V B 9 7 6 5
V B 8 5
3
5 2
4 3
–
H B 9 8 6 5 3 2
H V 3
De leider was er met 1 down af gekomen als hij erin slaagt zijn kleine te troeven op tafel. De vreugde is toch van korte duur: er zit 3SA en 5 in voor NZ en de manche wordt ook door 4 paren geboden: 3 maal 5, 1 maal 3SA. Eén paar speelt 3, 3 OW paren spelen de manche in , waarvan 1 het contract zelfs maakt. Voor ons 6 impen in de min.
Aan het eind van de avond gaat het vooral over dit spel. Er is enorm divers geboden, ook omdat sommige oostspelers de bieding openden met 2 of 2. Ik ben niet de enige die na een pas van oost 3 heeft geopend, maar ik vind dit bod achteraf toch minder geslaagd dan de alternatieven 1 en 4. Je bent te sterk voor 3. 4 mag dan 3SA voorbij zijn, het is wel een opmaat voor 5.
Dit was ons enige minscore van betekenis. Als eerste geëindigd: 21 meesterpunten bijgeschreven.