Uit het clubleven (89)
In deze rubriek staan spellen, anekdotes en verhalen uit het clubleven. Hebt u ook een interessant, grappig of spannend verhaal? Stuur het naar impredactie@gmail.com.
Trends in conventies
Het begint allemaal met een goed biedsysteem (en je moet natuurlijk ook kunnen af- en tegenspelen, uiteraard, voorzitter). Ik heb daarin de nodige ontwikkelingen meegemaakt en ik probeer nog steeds bij te blijven. Mijn kennis van conventies begon met het boek van Gerrit Jan Förch met de originele titel “Biedconventies”. Overzichtelijke tijden waren dat. De Gerberconventie staat er ook in. Met 4 vraag je naar het aantal azen. Later werd het gebruik van de Gerber 4 beperkt tot het directe bod na 1 of 2 SA. Zo ontstond er ruimte voor het controlebod. Er was toen ook een Roman variant. Gerber fungeerde als een soort breuklijn: wij nieuwelingen eind jaren 70 moesten er niets van hebben. Gerber was voor bridgers die zich nog aan de bron zelf hadden gelaafd. Wij gebruikten 4 als transfer naar 4. Dat was hip en de conventie had ook een prachtige naam: de Zuid-Afrikaanse Texas. Die stond ook in het boek van Förch. Ik kan me niet herinneren dat we destijds deze conventie ook echt gebruikten. Maar hij stond wel op de kaart, ondanks de waarschuwing van Gerrit Jan in de inleiding: “Ik zou (trouwens) het partnership beklagen dat zoveel conventies paraat moet hebben”.
Twintig jaren later ging ik met een nieuwe partner spelen, die zeer gehecht was aan een conventie met de naam Poolse Combinatiebiedingen. Dat ging volgt: opening 1, antwoord 2. En nou komt het: het rebid van 2 had als boodschap: “partner, ik heb een renonce of singleton”. Partner bood dan verplicht 2 SA: “laat eens horen dan”. En dan legde openaar bijvoorbeeld 3 op tafel: renonce of singleton ruiten. Deze truc werkt ook na 1 – 2 . Nu fungeerde 2 SA als aankondiging en 3 als verzoek om bekendmaking. Met een renonce of singleton bood openaar dan 3. Hier was duidelijk over nagedacht. Met deze handicap, sorry deze conventie en deze partner ben ik nog eens clubkampioen geworden. Maar deze prestatie heeft de conventie niet gered. Als je nu op internet de zoekterm “Poolse combinatiebiedingen” intikt leer je van alles over Polen (land en mensen), maar niks over bridge. Er komen ook aanbiedingen van Poolse supermarkten in Nederland tevoorschijn.
We gaan met de tijd mee, ook op onze leeftijd! Sinds een aantal jaren spelen wij een variant van IMP 25. Eén onderdeel daarvan is de afspraak om na een transfer op een 2 SA opening alleen de major op 3 niveau te bieden als je er maar 2 hebt. Met een 3 kaart of beter bied je 3 SA. Het contract komt dan toch in jouw hand na een retransfer, bijvoorbeeld: 2 SA – 3 – 3 SA (3 krt ) – 4 (retransfer) – 4.
Waarom doen we dit? Omdat de antwoordende hand wil weten of er een fit is. Zonder fit kan de antwoordende hand een 2e kleur bieden. Bijvoorbeeld: 2SA – 3 – 3 (doubleton) – 4: echte !
Deze conventie is niet moeilijk te onthouden, maar echt voordeel hadden we er niet van. Tot maandag 5 februari bij BCG in Heemstede! Ik raap dit als noord op:
H 8 3 A 6 A 9 7 6 A H V 7.
Het is spel 28, West/NZ en het bieden gaat als volgt:
West
N.N
Noord
Rinus
Oost
N.N
Zuid
Chrétienne
Chrétienne heeft:
A B 9 7 6 5 H 9 8 8 9 8 2
Mijn partner is niet bang uitgevallen. Als zij uit mijn 3 SA bod kan afleiden dat ik minstens 3 heb, heeft zij met een 6 krt , een singleton en 8 waardevolle punten reden om een controle te bieden: 4. Ik bied mijn controle 4 en dan beloof ik met 5 4 van de 5 tophonneurs. 5 vraagt naar V. Die ontken ik met 5. Chrétienne maakt daar geen probleem van. Met 9 kaarten in troef moet die maar vallen en anders is er vast nog wel een snit in een andere kleur. Het wordt 6.
Het hele spel zat als volgt:
W/NZ
W
N
O
Z
V 10 4
10 7 4
H V B 5 4
10 6
H 8 3
A 6
A 9 7 6
A H V 7
2
V B 5 3 2
10 3 2
B 5 4 3
A B 9 7 6 5
H 9 8
8
9 8 2
Oost kwam uit met 10 en het afspel was een eitje. Slag genomen, 3 maal , de laatste getroefd in Noord. Dan A en H, waarna de tegenstanders alleen troef V incasseren.
We waren de enigen die het slem boden. Er volgde een indrukwekkende stilte.
Tegenwoordig spelen velen (waaronder wij) dat de transfer aannemen juist fit belooft ipv ontkent. Geeft de meeste ruimte voor slemonderzoek. Allemaal marginaal.. belangrijk is het onderscheid fit/geen fit in de major zo vroeg mogelijk te maken.
Afspel is interessanter dan Rinus beweert. De voorgestelde speelwijze is nogal gevaarlijk, je loopt zomaar tegen een overtroever op van een secce 4 of 10. Dus beter tweemaal troef en pas dan de harten troeven.
Nog iets beter is in slag 2 de safety play: sA, wapenend tegen 4-0 aan beide kanten. Je kunt in beide gevallen niet meer een harten troeven (als links de vierkaart heeft, legt hij uiteraard niet in) en zult de twaalfde slag uit een lagekleurendwang moeten maken of klaveren 3-3/10x of Bx in oost (niet vergeten k98 te deblokkeren!).
Safety play is verliezend als rechts vier schoppens heeft, de klaveren niet voor vier slagen zitten en er ook geen dwang in zit (links bv 0=4=5=4), maar winnend bij elke VTxx schoppen links waarbij het vangnet (klaveren of dwang) wel werkt. Dat vangnet heeft een kans >50% dus is de safety play naar mijn idee iets beter dan recht vooruit spelen. Maar dat hebben we het wel over procenten achter de komma dus heel marginaal.