Wildwest op de club
De opkomst op de club op een vrijdagavond voor een viertallenweekend is matig. Alle toppers liggen dan met de pootjes op bank naar het kastje te kijken en uit te rusten. Dat is hun goed recht, want twee dagen viertallen is zwaar. Voor een vrij weekend is het een drukte van belang op de club en dat is prettig spelen.
Ik speel weer een keer met de opperbevelhebber en het gaat lekker, want het lukt me vrij goed de contracten in mijn hand te krijgen. We beginnen tegen Guy en Thibo en houden het droog. Een prestatie, want zij winnen de avond met +87.
In ronde drie wachten Erik-Jan en Kamiel. Na een saaie deelscore krijgen we het volgende wildere spel:
W/-
W
N
O
Z
10 7 6
7
A H V B 10 7 4 3
8
V 4 2
V B 8 5 3
8 6
10 6 5
H B
A 6 4 2
9 5 2
H B 3 2
A 9 8 5 3
H 10 9
–
A V 9 7 4
Kamiel opent de westhand met 3SA en zou iedereen passen dan heb je raak geprikt tegenover deze oosthand. Maar je weet al dat als jij een freak hebt, de rest geen 4333 verdeling heeft. Na twee passen komt zuid tot leven. Hij kiest voor 4.
Ik vermoed dat hij de majors wil vertellen, maar later blijkt dat het de Wereldconventie is. We hanteren het principe dat de reis er niet toe doet, maar de bestemming telt. En 4 is een prima contract. OW doen nog wel een paar schijnbewegingen en stoppen er wat denkminuten in, maar blijven stil.
De baas krijgt ruiten uit en hij troeft. In slag twee volgt A en in ronde drie duikt hij een troefje voor de heer van oost. Dat is goed spel. Oost forceert zuid met een tweede ronde ruiten, maar dat mag eigenlijk niet baten.
De leider troeft en gaat verder met H en 10. Als west troeft is het spel over. Zuid troeft het ruitenvervolg in de hand en speelt harten. Oost mag het aas een keer hebben, maar moet dan klaveren spelen.
Kamiel gooit dus een ruiten en mijn partner gaat in de fout. Hij duikt in de dummy dat doet oost ook. Pas de volgende harten arresteert oost en de derde ruiten ruïneert het spel voor zuid. Hij kan in de hand troeven, maar verliest nog een klaveren en een troef. Troeft hij in de dummy, dan kan hij een hoge harten spelen, maar west troeft en plakt de leider in zijn hand met ruiten.
De winnende speelwijze is 10 overnemen met de boer. Neemt oost, dan troeft zuid het ruitenvervolg en speelt simpel harten. West mag een keer troeven, maar zuid komt met V aan de overkant voor de vrije harten en klaverensnit.
Oost neemt dus niet, maar de leider gaat door met 10 en als oost niet dekt, laat hij de tien rennen. West heeft een klaveren afgegooid op de tweede harten, kan troeven, maar alles is weer onder controle voor zuid. Het ruitennaspel troeven in de hand en harten spelen.
4 Gaat down. Ruiten uit getroefd, en dan A en schopje gedoken wordt gecounterd door een kleine harten na en noord is kansloos.
5 Zit er wel in. West verliest een klaveren en met V in de knip maar een slag in die kleur. De derde schoppen kan worden getroefd in oost. 3SA openen en niet meer bieden is te timide. De andere optie is 5 openen.
We kabbelen voort en in de laatste ronde wachten Veri en Bart:
Z/NZ
W
N
O
Z
9 8 4 3 2
B 7
H 9 8
V 10 3
A H V
10 9 5 3
B 3 2
H 7 6
10 6
A H 8 6 4 2
V 10 5
9 8
B 7 5
V
A 7 6 4
A B 5 4 2
Zo af en toe voegen we iets toe aan ons eenvoudige systeem. Het simpelst gaat dat in de praktijk. Met een voorbeeld onthoud je het een stuk makkelijker, dan als je het moet lezen van een printje.
Ik verpas de zuidhand, maar noord is er nog. Zijn 1 opening wordt gevolgd door een 3 volgbod.
Leidde dat vroeger tot enige paniek als je geen vierkaart schoppen had of een hartenstop, tegenwoordig zijn we beter bewapend. Wij doubleren en als partner 3 biedt met een vierkaart (forcing), bieden we 3SA om de fit te ontkennen.
Niet ideaal, maar het werkt redelijk.
Partner weet natuurlijk niks van deze afspraak en kijkt geschrokken na mijn doublet. Met de lengte van de preëmptieve biedingen tegenwoordig zou pas niet zo gek zijn, maar de man verzint 3. Ik had kunnen passen om hem elegant te zien spelen in de 3-3 fit, maar bied 3SA. Als een speer trekt hij een groene en past. Ik hoop maar dat het goed gaat.
De dummy valt mee. We hebben in elk geval samen een hartenstop. Bart begint met B en ik constateer dat harten mijn tweede werkkleur is. Veri neemt met H en speelt na een tijdje schoppen in.
Met klaverenvrouw goed ben ik al binnen, en met de klaveren 4-1 achter altijd down. Ik kan in slag drie harten ontwikkelen in de hoop dat ze de tweede keer de ruitenswitch missen. Of meteen klaveren naar de vrouw spelen.
De tweede speelwijze heeft als voordeel dat met de ruiten 4-2 ik een slag in die kleur kan laten lopen om daarna in harten mijn negende slag te ontwikkelen. Ik kies voor die variant.
Klaveren naar de boer mislukt en na een lange denkpauze komt Bart met 8. Ik duikt de slag en neem de tweede ruiten. Schoppen naar boven en 10. Veri grijpt het aas en laat nog een ruiten zien. Eentje down.
3SA wordt een paar keer gemaakt. Meestal met zuid als leider. Na A moeten OW ook dan tijdig ruiten switchen en na een kleine harten uit, is het meteen gebeurd. Ik had deze dus beter niet zelf gespeeld!
Een andere optie is passen op het doublet. Zonder inspanning gaat dat twee down en west moet oppassen niet voor 500 te gaan.
Naschrift redactie:
Peter schrijft een wekelijkse column op zijn eigen bridge-website www.drienbridge.nl. Neem daar vooral eens een kijkje. Er staat ook een link naar de site op onze Externe links pagina.